Stap 4 – Woningen

In stap 4 gaat u daadwerkelijk de woningen invoeren. U kunt in deze stap met behulp van de lijst een of meerdere woningen invoeren. In hoofdstuk 4 (Gebruik van lijsten) vindt u uitleg over het gebruik van lijsten. U kunt woningen toevoegen, bewerken, kopiëren, verwijderen en verplaatsen.

Als u een woning toevoegt of bewerkt, krijgt u een scherm zoals in Figuur 60.

Figuur 60 Stap 4 - Bewerken van een woning

Vul bij Woningbezoek de datum in dat de woning bezocht is. Voor het gebruik van de datumpicker, zie paragraaf Datumpicker.

De Opnamedatum die op het energie-indexrapport is vermeld is die datum waarop alle opnamegegevens zijn vastgesteld conform de bestaande situatie. Op basis van deze gegevens heeft de EPA-adviseur de energie-index vastgesteld en afgemeld. Voor het gebruik van de datumpicker, zie paragraaf Datumpicker.

Bij Opnemer vult u in welke gediplomeerde EPA-opnemer de woning heeft opgenomen.

Het Afmeldnummer ontvangt u van RvO.nl en kunt u invullen nadat de woning is afgemeld.

De Status van de woning kan gebruikt worden om woning te beheren. Bij status kunt u kiezen voor: In behandeling, Klaar voor afmelden, Afgemeld, --, Nieuw, Opvolgen, Pre-label en Mutatieprobleem. U kunt over de te gebruiken status afspraken maken binnen uw organisatie, dit is vrij in te vullen.

Voor in de maatwerkadvies rapportage kunt u extra informatie invoeren, zodat deze automatisch in de rapportage wordt overgenomen. U kunt de Naam bewoner invullen en een bestandslocatie van de foto invullen om een foto van de woning in de rapportage te tonen.

warning1.png

Vul de (adres)gegevens van de woning nauwkeurig in. Deze worden namelijk gebruikt voor het aanmaken van het monitorbestand, de energie-index voor de woning en registratie bij het afmeldsysteem van RvO.nl (EP-online). Vul daarom bij de velden postcode, huisnummer, toevoeging en volgnummer geen eigen kenmerk in, maar strikt het adres van de woning.

Voor registratie in de landelijke database (EP-online) moeten BAG-codes doorgegeven worden. De BAG code object en de BAG code pand kunnen hier ingevuld worden.

Wilt u voor bijvoorbeeld een woningcorporatie met adresbestanden en referentiewoningen werken? Dan kunt u in deze stap de referentiewoningen opgeven. In stap 5 (Groepen) kunt u adressen koppelen aan deze referentiewoningen. Zorg voor een eenduidige naamgeving van de referentiewoningen, zodat u deze gemakkelijk kan selecteren per adres. Gebruik bijvoorbeeld de postcode-huisnummer notatie.

Naast de basisgegevens, moeten in stap 4 alle gegevens voor de woning worden ingevoerd. Hierbij maakt u natuurlijk gebruik van de ingevoerde installatie- en constructiedefinities (stap 2 en 3). In de volgende paragrafen worden de deelstappen van de invoer voor een (referentie)woning verder toegelicht. Als alle tabbladen van de woning zijn ingevoerd, dan kunt u met de knop [Woningcontrole] de invoer controleren, zie hiervoor paragraaf Woningcontrole.