Door zelf lagen van een constructie op te geven, kunt u de thermische weerstand van een constructie bepalen.
Figuur 35 Constructies – invoer met materiaallagen
Selecteer [Materiaallagen] in het derde invoerveld genaamd [invoer]. In het programma kunt u maximaal negen lagen opgeven, waaruit de constructie bestaat. U geeft per laag de dikte op in mm, het materiaal en de lambdawaarde.
U kunt van uit de bibliotheek een materiaal en lambda waarde toevoegen door op de knop [ < ] te klikken, zie Figuur 36. U kunt een materiaal uit de lijst selecteren, of u gebruikt de filter door een (deel van) het materiaal op te geven en u klikt op de knop [Filter]. De lijst wordt dan beperkt door items uit de bibliotheek die met de filter overeenkomen.
Figuur 36 Constructiebibliotheek
Klik op [OK] om het materiaal uit de bibliotheek over te nemen, klik op [Annuleren] om terug te gaan naar de invoer van de constructie.
U kunt ook zelf een materiaal en lambda waarde opgeven. Deze kunt u aan de bibliotheek toevoegen door op de knop [+] te klikken.
Per laag wordt warmteweerstand (R) berekend en onderaan de op te geven lagen wordt de warmteweerstand van de gehele constructie (Rc) getoond, zie Figuur 35.
|
Voor het invoeren van een eigen U-waarde kunt u gebruik maken van het volgende hulpmiddel:
|