Installaties bewerken

Om in de lijst met installaties (zie Figuur 14) een installatie te bewerken, selecteert u de gewenste installatie met de linker muisknop en klikt u op de knop [Bewerken].

U kunt overigens ook direct ‘dubbelklikken’ op de gewenste installatie. Daarnaast krijgt u met de rechtermuisknop een contextmenu, waarin de optie [Bewerken] staat.

Het eerste invoerveld (zie Figuur 15) is de naam van de installatie. Deze naam komt terug in de lijst met installaties (zie Figuur 14). Later kunt u in stap 4 (sectoren) een sector koppelen aan deze naam. Gebruik altijd een herkenbare naam.

Figuur 15 Stap 2 - Installatie bewerken

Vervolgens kunt u de verschillende onderdelen van de installatie gaan invoeren. Deze zijn onderverdeeld in zes stappen (2a t/m 2f). Standaard heeft een installatie natuurlijke ventilatie met draairamen in de gevel. Voorts zijn er geen voorzieningen voor verwarming, bevochtiging, koeling, warm tapwater en zonne-energie. U hoeft dus alleen de voorzieningen in te voeren die daadwerkelijk aanwezig zijn in de installatie. In de volgende paragrafen worden zes onderdelen stap voor stap behandeld.