Hier worden de gegevens van de warmteopwekker opgegeven. Het vermogen van de warmteopwekker wordt bepaald door het opgesteld vermogen van de LVK’s in de vertrekken die doorgerekend worden en de deelfractie die voor de verwarmingsbatterij in de LBK nodig is. Dit totale vermogen wordt verdubbeld, zodat er voldoende vermogen is om de LVK’s en de verwarmingsbatterij te voorzien. De aan- en afvoertemperatuur zijn van belang voor de debietbepaling.
[keuze kW]
GS EPG
Dit is het
maximale thermische vermogen van de opwekker, gemeten in kilowatt. Als je hier
ongelimiteerd opgeeft, zullen er geen overschrijdingsuren ontstaan op basis van
het beperkte vermogen van de opwekker. Als er overschrijdingsuren voorkomen,
moet er een ander onderdeel gelimiteerd zijn. Als een waarde opgegeven wordt
voor het thermisch vermogen ingevuld kan het rendement voor gebouwsimulatie
(deellast of jaargemiddeld) ingevuld worden.
§ Ongelimiteerd: met deze keuze wordt ervan uitgegaan dat de opwekker een onbeperkt vermogen heeft;
§ Waarde opgeven (gelimiteerd): met deze keuze wordt een vermogen opgegeven hoeveel de opwekker maximaal kan produceren. Mocht de behoefte groter zijn dan de opwekker aankan, wordt de ontwerptemperatuur mogelijk niet behaald. Men dient dan het vermogen te vergroten, of een secundaire opwekker te gebruiken. Met deze optie kan het rendement voor gebouwsimulatie (deellast of jaargemiddeld) ingevuld worden.
Bron: Informatieblad Inspectie en Onderhoud van Stookinstallaties - InfoMil - November 2008
In het Activiteitenbesluit wordt voor de aanduiding van de capaciteit van de installaties gewerkt met nominaal vermogen. De scheidslijn tussen wel en geen keuringsverplichting ligt op 20 kW voor niet gasgestookte installaties en op 100 kW nominaal vermogen voor gasgestookte installaties.
In de Besluiten landbouw milieubeheer en glastuinbouw wordt voor de aanduiding van de capaciteit van de installaties gewerkt met nominale belasting op bovenwaarde. De scheidslijn tussen wel en niet periodiek inspecteren ligt op 130 kW.
In het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer wordt gesproken over een thermisch vermogen van 130 kW. Het begrip ‘thermisch vermogen’ komt in dit geval overeen met het begrip ‘belasting’ uit de agrarische amvb’s. ‘Thermisch vermogen’ is de officiele vertaling van ‘thermal rated input’ uit de Europese richtlijn. Veelal zal dit overeenkomen met 100 kW nominaal vermogen.
In het Bees B wordt het begrip thermisch vermogen gebruikt.
Met thermisch vermogen wordt hetzelfde bedoeld als nominale belasting op
onderwaarde. Andere, op vermogen betrekking hebbende namen uit het Bees, zijn
asvermogen en arbeidsvermogen bij motoren. Met deze termen wordt bedoeld de
hoeveelheid energie die per tijdseenheid aan een motoras wordt afgegeven.
De
functie van de motor is dan het aandrijven van een generator voor het opwekken
van elektriciteit. Omdat de omzetting naar elektriciteit met weinig verlies
plaatsvindt, is de hoogte van het asvermogen ruwweg gelijk aan het geleverde
elektrisch vermogen. Let wel; de hoeveelheid energie per tijdseenheid die aan
een motor wordt toegevoerd om het gevraagde asvermogen te leveren is groter.
Zo’n 30 tot 40% van de in de brandstof toegevoerde energie wordt slechts in
elektriciteit omgezet; de rest is warmteverlies.
Bij
warmtekrachttoepassingen wordt deze rest vrijwel geheel nuttig ingezet, waardoor
een gunstig totaalrendement behaald wordt.
[keuze] GS
Deze opties is beschikbaar als een eigen waarde is ingevuld voor het thermisch vermogen. Het rendement wordt gebruikt voor de module Energie & Kosten om het energieverbruik te berekenen.
§ Deellastrendement:, rendement wordt uurlijks bepaald, onder andere afhankelijk van type opwekker.
§ Jaargemiddeld rendement: er wordt met een vast (jaargemiddeld) rendement gerekend.
|
Bij de resultaten is in de rapportage (Hoofdstuk Invoer algemeen; opwekking) het (berekende) gemiddelde rendement opgenomen, zie onderstaande screenshot. Het is (nog) niet mogelijk om de uurlijkse rendement in de daguitvoer te zien.
|
[°C] EPG
Aanvoertemperatuur van de warmtepomp in °C. Voor de
warmtepompen worden de volgende temperatuurniveaus aangehouden:
§ temperatuur kleiner dan en gelijk aan 30 °C
§ temperatuur groter dan 30 en kleiner gelijk aan 35 °C
§ temperatuur groter dan 35 en kleiner gelijk aan 40 °C
§ temperatuur groter dan 40 en kleiner gelijk aan 45 °C
§ temperatuur groter dan 45 en kleiner gelijk aan 50 °C
§ temperatuur groter dan 50 en kleiner gelijk aan 55 °C
[°C] GS
Nominale temperatuur van de Bron behorend bij Thermisch vermogen, Nominale aanvoertemperatuur en Nominaal rendement. Invoer is noodzakelijk voor deellastrendement bij type Warmtepomp, Compressiekoelmachine en Absorptiekoelmachine.
[°C] GS
Nominale aanvoertemperatuur van distributienet behorend bij Thermisch vermogen, Nominale brontemperatuur en Nominaal rendement. Invoer is noodzakelijk voor deellastrendement bij type Warmtepomp, Compressiekoelmachine en Absorptiekoelmachine.
Als de aanvoertemperatuur opgewekt door de opwekker en de brontemperatuur de opgegeven waarden zijn, dan genereert de opwekker het opgegeven vermogen. Als de opgegeven aanvoertemperatuur van het distributienet dan wel de brontempratuur anders is, dan wordt het vermogen herschaald.
|
Bij het invullen van het deellastrendement staat de nominale aanvoertemperatuur standaard op 35 °C. Dat is een reële waarde die hoort bij de verwarming van een warmtepomp, maar geen juiste waarde voor een systeem voor koude. Voor een systeem voor koude zijn reële waarden 6 of 17 °C.
|
[°C] GS
Jaargemiddelde referentie temperatuur van de Bron. Invoer is noodzakelijk voor deellastrendement bij type Warmtepomp, Compressiekoelmachine en Absorptiekoelmachine. Het gehele jaar wordt met deze brontemperatuur gerekend. Als de bron buitenlucht is hoeft deze niet ingevuld worden omdat deze volgt uit het klimaatbestand.
[-] GS
Nominaal rendement behorend bij Nominale brontemperatuur, Nominale aanvoertemperatuur en Referentiebrontemperatuur. Invoer is noodzakelijk voor deellastrendement bij type Warmtepomp, Compressiekoelmachine en Absorptiekoelmachine.
[optie] GS
EPG
Indien wordt afgeweken van het forfaitair
rendement kan dit hier worden aangegeven. Voor een warmtepomp voor verwarming is
dit de COP waarde, voor een warmtepomp voor koeling (op te geven als
compressiekoelmachine) is dit de EER waarde. Voor het afwijkende rendement moet
wel een kwaliteitsverklaring worden overhandigd.
[-] GS
EPG
Opgave van het rendement (of COP, EER) van de
opwekker indien een afwijkend rendement (kwaliteitsverklaring) wordt
opgegeven.
[-] EPG
Opgave van het rendement warm tapwater in geval van
een combi-opwekker (Warmte & Tapwater) indien een afwijkend rendement
(kwaliteitsverklaring) wordt opgegeven.