Type

 

 

Naam

[tekst] GS EPG
De naam van een opwekker wordt automatisch gegenereerd op basis van het type en het subtype. Na de selectie van het juiste type en subtype, kan de naam naar wens aangepast worden.

Systeem

[keuze] GS EPG
Hier kan worden aangegeven waar de opwekker voor wordt ingezet.

§ Warmte opwekker voor verwarming

§ Koude opwekker voor koeling

§ Tapwater opwekker voor warm tapwater

§ Warmte & Tapwater combi-opwekker voor verwarming en warm tapwater

Locatie opwekker

[keuze] EPG
De locatie van de opwekker kan hier worden aangegeven. Dit wordt alleen voor individuele verwarmingsketels meegenomen waarbij het rendement forfaitair wordt bepaald; voor de overige opwekkers maakt dit geen verschil. Indien gekozen wordt voor ‘Binnen zone’, wordt dit gezien als zijnde ‘geplaatst binnen de begrenzing van de EPG-berekening’ (zie tabel 14.11 NEN 7120). Voor de overige keuzen wordt gerekend met ‘geplaatst buiten de begrenzing van de EPG-berekening’.

§ Binnen zone opwekker is geplaatst BINNEN de begrenzing van de EPC-berekening

§ Binnen gebouw en buiten zone opwekker is geplaatst BUITEN de begrenzing van de EPC-berekening

§ Tegen gebouw opwekker is geplaatst BUITEN de begrenzing van de EPC-berekening

§ Op eigen perceel opwekker is geplaatst BUITEN de begrenzing van de EPC-berekening

§ Buiten eigen perceel opwekker is geplaatst BUITEN de begrenzing van de EPC-berekening

EPG

NEN 7120, paragraaf 14.6.4.2

Rekenwaarden opwekkingsrendement - Met gas of olie gestookte ketels en luchtverwarmers

BRISwarenhuis

 

Hoofdopwekker (preferent)

[optie] GS EPG

Voor de opwekker binnen het ‘Systeem’ kan worden aangegeven of deze preferent is. Dit is alleen van belang indien er voor Warmte, Tapwater of Koude meerdere opwekkers zijn opgegeven; bij de opgave van een enkele opwekker is deze standaard preferent. Indien meerdere opwekkers zijn opgegeven voor Warmte, Tapwater of Koude, maar er is geen preferente opwekker opgegeven, wordt volgens de regels in de NEN 7120 een preferente opwekker gekozen. Indien een preferente opwekker is opgegeven, waarbij de regels zijn overschreden zal de berekening van de EPG hierop een melding geven.

Type

[keuze] GS EPG
Afhankelijk van de opwekkingsconfiguratie (individueel of collectief) en het gekozen systeem (Warmte, Tapwater, Koude, Warmte & Tapwater) kan hier een type opwekker worden opgegeven.
Hieronder wordt een opsomming gegeven van de typen bij verschillende keuzen voor de opwekkingsconfiguratie en het systeem:

Warmte (individueel en collectief)

§ Ketel ketel voor verwarming

§ Warmtepomp warmtepomp voor verwarming; dit is een apparaat dat duurzame omgevingswarmte van een laag naar een hoger en bruikbaar temperatuurniveau brengt. De warmte kan worden onttrokken aan de omgeving: bodem, water, lucht of afvalwarmte. Voor het aandrijven van de warmtepomp is een beperkte hoeveelheid primaire energie nodig. Door duurzame energie te benutten kan een warmtepomp tot ca. 50% primaire energie besparen ten opzichte van een cv-ketel. De bron verwarmt alleen de centrale verwarming. (Bron en meer informatie: www.rvo.nl)

§ Warmtekrachtkoppeling (WKK/microWKK) WKK/microWKK voor verwarming; ofwel warmtekrachtketel, is een verwarmingsketel die behalve warmte ook elektriciteit produceert als er een warmtevraag is in het gebouw. De energie wordt uit eenzelfde energiebron geproduceerd. Onder energiebron wordt verstaan: aardgas, biogas, propaan, butaan of waterstof. De bron verwarmt alleen de centrale verwarming.

§ Zonne-energiesysteem zonne-energiesysteem voor verwarming, zoals een zonneboiler. (bron: www.rvo.nl

§ Externe warmtelevering externe warmtelevering voor verwarming; ook wel 'warmtedistributie' of 'stadsverwarming' genoemd, maakt gebruik van restwarmte van elektriciteitscentrales (STEG/gasmotor), afvalverbrandingsinstallaties, industrieën en biomassacentrales. Deze warmte wordt vervolgens via een distributienet, zoals water, naar de locatie geleid. De bron verwarmt alleen de centrale verwarming.

Koude (individueel en collectief)

§ Compressiekoelmachine compressiekoelmachine (of warmtepomp) voor koeling; is een koelmachine waarbij een compressor bij een lage druk een koelmiddel aanzuigt dat door compressie op een hogere druk wordt gebracht bij stijging van temperatuur. De compressor wordt elektrisch aangedreven. Het hete koelgas wordt naar de condensor geleid waar het wordt gekoeld en tot vloeistof condenseert. Vervolgens vindt in het expansieventiel een reductie van de druk plaats, waarna het vloeibare koelmiddel in de verdamper bij deze lagere druk tot verdamping komt. Hierbij wordt warmte aan water (indirecte expansiekoeling) of aan lucht (directe expansiekoeling) onttrokken. In de verdamper wordt dus warmte aan de omgeving (water of lucht) onttrokken (=koeling), deze warmte wordt in de condensor weer afgegeven aan bijvoorbeeld de buitenlucht. Maak in Elements een warmte/koudepomp door een compressiekoelmachine in één opwekkerconfiguratie te combineren met een warmtepomp.

§ Absorptiekoelmachine absorptiekoelmachine voor koeling; is een koelmachine waarbij, bij de aandrijving, gebruik wordt gemaakt van restwarmte van voldoende hoog temperatuurniveau (>110°C). Dit is bijvoorbeeld warmte die vrijkomt bij de productie van elektriciteit (gebouwgebonden warmtekracht) of stadsverwarming (externe warmtelevering). In vergelijking tot een compressiekoelmachine met dezelfde koelcapaciteit is het gebruik aan primaire energie ongeveer twee maal zo hoog. De geluidproductie is echter aanzienlijk lager, zodat in projecten waar hoge eisen worden gesteld aan het geluid de toepassing van absorptiekoeling een goede optie kan zijn. (Bron: www.rvo.nl. Meer informatie ISSO 43)

§ Koudeopslag koudeopslag of bodemkoeling zonder inzet van een koelmachine. De warmtepomp wordt niet ingezet voor actieve koeling maar voor passieve koeling.

§ Dauwpuntkoeling Dauwpuntkoeling is het koelen van ventilatielucht in gebouwen door mdidel van verdampend water.

§ Externe koudelevering externe koudelevering voor koeling.

Tapwater (individueel)

§ Warmwatertoestel individuele ketel voor warm tapwater.

§ Keukengeiser individuele geiser voor warm tapwater. Dit is een apparaat dat warm water kan leveren voldoende om in een redelijke tijd een grote hoeveelheid water te verwarmen voor het uitvoeren van de afwas.

§ Elektrische boiler individuele elektroboiler voor warm tapwater.

§ Warmtepompboiler individuele warmtepompboiler voor warm tapwater met als bron ventilatie-retourlucht. Een warmtepompboiler bevat een thermisch vat waarin een voorraad warm water wordt bijgehouden. De opwarming van de waterinhoud geschiedt met behulp van een warmtepomp.

§ Boosterwarmtepomp individuele boosterwarmtepomp voor warm tapwater

§ Warmtekrachtkoppeling (WKK/microWKK) individuele WKK/microWKK voor warm tapwater.

§ Zonneboiler zonneboiler voor warm tapwater.

§ Biomassatoestel individueel biomassatoestel voor warm tapwater. Een biomassa ketel verbrandt biomassa, zoals pellets of houtsnippers om een gebouw mee te verwarmen. Deze brandstoffen zijn opgeslagen in een voorraadvat en worden getransporteerd naar de brander. Door lucht toe te voeren en de biomassa te verbranden wordt heet water geproduceerd voor de verwarming. Voordelen van een biomassatoestel:  Maakt gebruik van biomassa: een onuitputtelijke bron van energie; Draagt bij aan vermindering van de CO2 uitstoot en de verbetering van het klimaat.

Warmte & Tapwater (individueel)

§ Combitoestel individuele combi-ketel voor verwarming en warm tapwater.

§ Combiwarmtepomp individuele combi-warmtepomp voor verwarming en warm tapwater.

§ Warmtekrachtkoppeling (WKK/microWKK) individuele WKK/microWKK voor verwarming en warm tapwater.

§ Zonnecombisysteem zonneboiler voor verwarming en warm tapwater.

§ Externe warmtelevering externe warmtelevering voor verwarming en warm tapwater.

Tapwater (collectief)

§ Gasboiler bevat een thermisch vat waarin een voorraad warm water wordt bijgehouden. De opwarming van de waterinhoud geschiedt met behulp van gas. Gasboilers en elektroboilers worden in een collectief systeem voor warm tapwater toegepast als direct verwarmde voorraadvaten; een combinatie met andere opwekkers is hierbij niet mogelijk. Er verschijnt een subscherm ‘Voorraadvaten’ waarbij de inhoud van de voorraadvaten kan worden opgegeven. Deze inhoud wordt gebruikt om de preferente opwekker te kunnen bepalen indien er meerdere gasboilers en/of elektrische boilers zijn opgegeven.

§ Elektrische boiler bevat een thermisch vat waarin voorraad warm water wordt bijgehouden. De opwarming van de waterinhoud geschiedt met behulp van elektriciteit. Gasboilers en elektroboilers worden in een collectief systeem voor warm tapwater toegepast als direct verwarmde voorraadvaten; een combinatie met andere opwekkers is hierbij niet mogelijk. Er verschijnt een subscherm ‘Voorraadvaten’, zie bij Gasboiler.

§ Warmtewisselaar indirect verwarmde voorraadvaten een collectief systeem voor warm tapwater met indirect verwarmde voorraadvaten is mogelijk in combinatie met een ketel, warmtepomp, WKK of externe warmtelevering. Hiervoor moet ook de warmtewisselaar indirect verwarmde voorraadvaten worden opgegeven. Er verschijnt een subscherm ‘Voorraadvaten’ waarbij de isolatie van de voorraadvaten (forfaitare methode; uitgebreide methode is nu nog niet mogelijk) kan worden opgegeven.

§ Afleverset verwarmingssysteem (woningbouw) warm tapwater kan gedistribueerd worden door middel van een afleverset voor warm tapwater. Dit kan van toepassing zijn in de woningbouw waarin een verwarmingssysteem met blokverwarming wordt toegepast. Naast de opwekkers voor het collectieve verwarmingssysteem voor warmte moet ook de afleverset voor warm tapwater worden opgegeven

§ Ketel ketel voor warm tapwater; deze opwekker kan alleen in combinatie met de warmtewisselaar worden ingezet in een systeem met indirect verwarmde voorraadvaten.

§ Warmtepomp warmtepomp voor warm tapwater; deze opwekker kan alleen in combinatie met de warmtewisselaar worden ingezet in een systeem met indirect verwarmde voorraadvaten.

§ Warmtekrachtkoppeling (WKK) WKK voor warm tapwater; deze opwekker kan alleen in combinatie met de warmtewisselaar worden ingezet in een systeem met indirect verwarmde voorraadvaten.

§ Zonne-energiesysteem zonne-energiesysteem voor warm tapwater

§ Externe warmtelevering externe warmtelevering voor warm tapwater; deze opwekker kan ook ingezet worden in combinatie met de warmtewisselaar in een systeem met indirect verwarmde voorraadvaten.

Warmte & Tapwater (collectief)

§ Ketel ketel voor verwarming en warm tapwater; deze opwekker kan alleen in combinatie met de warmtewisselaar (Tapwater) worden ingezet in een systeem met indirect verwarmde voorraadvaten voor warm tapwater.

§ Warmtepomp warmtepomp voor verwarming en warm tapwater; deze opwekker kan alleen in combinatie met de warmtewisselaar (Tapwater) worden ingezet in een systeem met indirect verwarmde voorraadvaten voor warm tapwater.

§ Warmtekrachtkoppeling (WKK) WKK voor verwarming en warm tapwater; deze opwekker kan alleen in combinatie met de warmtewisselaar (Tapwater) worden ingezet in een systeem met indirect verwarmde voorraadvaten voor warm tapwater.

§ Zonne-energiesysteem zonne-energiesysteem voor verwarming en warm tapwater; deze optie kan niet worden meegenomen in de EPG berekening.

§ Externe warmtelevering externe warmtelevering voor verwarming en warm tapwater; deze opwekker kan alleen in combinatie met de warmtewisselaar (Tapwater) of afleverset verwarmingssysteem (Tapwater) worden ingezet in een systeem voor warm tapwater.

Waakvlam aanwezig

[optie] EPG
Voor een ketel voor verwarming kan worden aangegeven of er een waakvlam aanwezig is. Hiervoor wordt extra thermisch hulpenergiegebruik in rekening gebracht (zie par 14.6.5 NEN 7120).

EPG

NEN 7120, paragraaf 14.6.5

Thermisch hulpenergiegebruik van de warmteopwekking

BRISwarenhuis

 

Keurmerk warmte

[keuze] GS EPG
Voor een ketel voor verwarming en/of warm tapwater kan hier worden aangegeven welk type ketel het betreft. Afhankelijk van de keuze wordt mede hiermee het forfaitaire en het deellast rendement bepaald (zie tabellen 14.11 en 19.19 NEN 7120). Voor HR-ketels is voor het deellastrendement ook de retourtemperatuur van het distributienet van belang.

§ CR-ketel conventioneel rendement ketel met een rendement van 70-80% De bron verwarmt alleen de centrale verwarming. (Bron: ISSO EPA-W)

§ VR-ketel een met gas gestookte verbeterd rendement ketel met een vollastrendement van ten minste 88,7% op onderwaarde, gemeten volgens NEN-EN 677. De bron verwarmt alleen de centrale verwarming.

§ HR-100-ketel een met gas gestookte hoog rendement ketel met deellastrendement van ten minste 100% op onderwaarde, gemeten volgens NEN-EN 677 en /of een toestel dat de HR-100 kwaliteitsaanduiding heeft volgens de Keuringseisen voor Gastoestellen (Gaskeur CV-HR). De bron verwarmt alleen de centrale verwarming.

§ HR-104-ketel een met gas gestookte hoog rendement ketel met deellastrendement van ten minste 104% op onderwaarde, gemeten volgens NEN-EN 677 en /of een toestel dat de HR-104 kwaliteitsaanduiding heeft volgens de Keuringseisen voor Gastoestellen (Gaskeur CV-HR). De bron verwarmt alleen de centrale verwarming.

§ HR-107-ketel  een met gas gestookte hoog rendement ketel met deellastrendement van ten minste 107% op onderwaarde, gemeten volgens NEN-EN 677 en /of een toestel dat de HR-107 kwaliteitsaanduiding heeft volgens de Keuringseisen voor Gastoestellen (Gaskeur CV-HR). De bron verwarmt alleen de centrale verwarming.

§ Biomassa-ketel (handgestookt) Een biomassa ketel verbrandt biomassa zoals pellets of houtsnippers om een gebouw mee te verwarmen. Deze brandstoffen zijn opgeslagen in een voorraadvat en worden getransporteerd naar de brander. Door lucht toe te voeren en de biomassa te verbranden wordt heet water geproduceerd voor de verwarming. De pelletketel is de meest voorkomende biomassa ketel. Voordelen van een biomassaketel: Maakt gebruik van biomassa: een onuitputtelijke bron van energie; Draagt bij aan vermindering van de CO2 uitstoot en de verbetering van het klimaat.

§ Biomassa-ketel (automatisch gestookt)

EPG

NEN 7120, paragraaf 14.6.4.2

Rekenwaarden opwekkingsrendement - Met gas of olie gestookte ketels en luchtverwarmers

BRISwarenhuis

 

EPG

NEN 7120, paragraaf 19.7.5.2.1

Opwekkingsrendement van de warmteopwekking voor warmtapwaterbereiding BRISwarenhuis

 

Modulerende vermogensregeling

[optie] EPG
Voor een opwekkingstoestel voor verwarming met een vermogensregeling kan dit hier worden opgegeven. De vermogensregeling heeft enige invloed op het in rekening te brengen hulpenergiegebruik van het opwekkingstoestel.

Ondergrens modulatie

[-] EPG
Bij opgave van een modulerende vermogensregeling kan hier de ondergrens van de modulatie worden opgegeven van 0.4 – 1.0. Bij een ondergrens van minder dan 0.4 wordt standaard 0.4 aangehouden.

EPG

NEN 7120, paragraaf 14.7.3.3

Elektrische hulpenergie warmteopwekking

BRISwarenhuis

 

Energiedrager

[keuze] GS EPG
Voor de ketel voor Warmte moet worden aangegeven of het een gasgestookte of een oliegestookte ketel betreft. Deze keuze kan alleen worden gemaakt indien voor het keurmerk warmte ‘CR-ketel’ is opgegeven.

§ Gas gasgestookte ketel

§ Olie oliegestookte ketel

Voor de compressiekoelmachine voor Koude moet worden aangegeven of het een gasmotor- of elektrisch  aangedreven compressiekoelmachine betreft.

§ Gasmotor gasmotor aangedreven compressiekoelmachine (of warmtepomp)

§ Elektriciteit elektrisch aangedreven compressiekoelmachine (of warmtepomp)

Bron

[keuze] GS
Opgave van de bron van de compressiekoelmachine. Dit heeft invloed op de invoer van het Rendement Gebouwsimulatie.

§ Bodem

§ Grondwater

§ Buitenlucht

§ Retourlucht

§ Oppervlaktewater

Specificaties

[keuze] EPG GS
Opgave van de specificaties van de compressiekoelmachine voor Koude. Met de opgegeven specificaties wordt het forfaitaire rendement bepaald volgens tabel 17.6 NEN 7120 alsmede het hulpenergiegebruik voor het af te voeren koelvermogen van de koudeopwekking, zie tabel 17.8 NEN 7120. De specificatie of het een HT-afgiftesysteem betreft is hierin niet opgenomen; dit wordt via het hulpmiddel distributie doorgegeven aan het koelsysteem.

Op basis van de specificaties wordt voor gebouwsimulatie het deellastrendement bepaald.

§ Zonder verdere specificaties;

§ Droge koeler;

§ Verdampingscondensor;

§ Natte koeltoren;

§ Lage temperatuur koudebron.

EPG

NEN 7120, paragraaf 17.5.4

Opwekkingsrendement koelsysteem - Rekenwaarden opwekkingsrendement

BRISwarenhuis

 

Compressor

[keuze] GS
Opgaven van de specificaties van de compressor. Deze keuze kan alleen worden gemaakt als het rendement gebouwsimulatie staat op deellastrendement en het type op compressiekoelmachine.

§ Zuigercomrpessor aan/uit

§ Zuigercompressor stappenregeling

§ Scrollcompressor aan/uit

§ Scrollcompressor stappenregeling

§ Scrollcompressor toerenregeling

§ Schroefcompressor toerenregeling

§ Centrifugaalcompressor toerenregeling

warning1.png

De combinatie toerengeregelde scrollcompressor met watergekoelde condensor is niet mogeljk. In deze situatie komt een melding dat wordt gerekend met het  jaarlijks gemiddeld rendement.

 

Gesloten circuit

[-] EPG
Voor de compressiekoelmachine of de absorptiekoelmachine kan worden aangegeven of de natte koeltoren of de verdampingscondensor een gesloten circuit betreft. Dit kan hier worden opgegeven en wordt meegenomen in de bepaling van de hulpenergie voor het af te voeren koelvermogen.

Pomp(en)/ventilator(en) met toerenregeling

[optie] EPG
Voor het bepalen van de hulpenergie voor de opwekking van het koelsysteem kan hier worden aangegeven of, indien aanwezig, de pompen van het koelwatercircuit tussen koelmachine en koudebron of de ventilatoren van luchtgekoelde condensors of koeltorens een toerenregeling hebben.

Afwijkend omzettingsgetal

[-] EPG
Voor de gasmotor aangedreven compressie koelmachine kan van het forfaitair thermisch omzettingsgetal worden afgeweken (zie tabel 17.6 en 14.17 WKK NEN 7120) door hier een afwijkend omzettingsgetal op te geven.

EPG

NEN 7120, paragraaf 14.6.4.4

Gebouwgebonden warmtekrachtinstallaties en microWKK

BRISwarenhuis

 

EPG

NEN 7120, paragraaf 17.5.4

Opwekkingsrendement koelsysteem - Rekenwaarden opwekkingsrendement

BRISwarenhuis

 

Asvermogen

[kW] EPG
Voor de aangedreven compressie koelmachine moet het asvermogen van de gasmotor worden opgegeven om het thermisch vermogen van de koelmachine te bepalen.

Waterdebiet

[m3/s] EPG
Voor de koudeopslag moet het grondwaterdebiet of het debiet over de bodemwarmtewisselaars worden opgegeven om het thermisch koelvermogen te bepalen.

Keurmerk tapwater

[keuze] EPG
Voor (combi-)ketel of warmwatertoestel moet het Gaskeur keurmerk worden opgegeven om zo het forfaitaire rendement van de (combi-)ketel te kunnen bepalen (zie tabel 19.16 NEN 7120).

§ Geen geen keurmerk van toepassing

§ CW keurmerk comfort warm water van toepassing

§ HRww keurmerk hoog rendement warm water van toepassing

Toepassingsklasse

[keuze] EPG
Voor (combi-)ketel of warmwatertoestel moet het Gaskeur-CW-comfortklasse keurmerk worden opgegeven om zo het forfaitaire rendement van de (combi-)ketel te kunnen bepalen (zie tabel 19.16 NEN 7120).

§ CW-1 klasse ‘aanrecht’ voor uitsluitend keukengebruik;

§ CW-1+ klasse CW-1 met toevoeging van de avonddouchetapping van CW-2 van 3.5 dm3/min;

§ CW-2 keurmerk hoog rendement van toepassing;

§ CW-3 tapdebiet van minimaal 6 dm3/min van 60º en vullen van een bad met 100 dm3 water van 40º binnen 12 min;

§ CW-4 tapdebiet van minimaal 7.5 dm3/min van 60º en vullen van een bad met 120 dm3 water van 40º binnen 11 min;

§ CW-5 tapdebiet van minimaal 7.5 dm3/min van 60º en vullen van een bad met 150 dm3 water van 40º binnen 10 min;

§ CW-6 tapdebiet van minimaal 7.5 dm3/min van 60º en vullen van een bad met 200 dm3 water van 40º binnen 10 min.

EPG

NEN 7120, paragraaf 19.7.3.1

Energiefractie en opwekkingsrendement – normatieve Nederlandse methode (Gaskeur) BRISwarenhuis

 

Waardering biomassa

[keuze] EPG
Voor (combi-)ketel of warmwatertoestel moet het Gaskeur keurmerk worden opgegeven om zo het forfaitaire rendement van de (combi-)ketel te kunnen bepalen (zie tabel 19.16 NEN 7120).

§ Biomassa voor ketels die vallen onder Activiteitenbesluit Hieronder wordt verstaan: plantaardig landbouw- of bosbouwmateriaal, plantaardig afval van de levensmiddelenindustrie, kurkafval en A-hout. Andere houtsoorten zijn uitgezonderd omdat er bij verbranding ongewenste stoffen vrijkomen (geïmpregneerd hout, geplastificeerd spaanplaat, laminaat etc).;

§ Biomassa voor ketels die voldoen aan minimale verbrandingskwaliteit bijlage O In bijlage O van wijzigingsblad A1 van NEN 7120 is aangegeven aan welke eisen met betrekking tot minimale verbrandingskwaliteit en maximaal emissieniveau kachels en ketels moeten voldoen.

§ Biomassa overig Biomassa wat niet valt onder activiteitenbesluit en niet voldoet aan bijlage O.