Wanneer u een constructie in de geometrie toevoegt of bewerkt krijgt u een scherm zoals in Figuur 69. Voer de naam van het bouwdeel in de geometrie in. Voorts voert u het oppervlak in, op basis van instructies uit ISSO 82. U kunt lengte en breedte opgeven, het oppervlak wordt dan berekend. Alleen als beiden zijn ingevuld wordt de oppervlakte automatisch berekend. Wanneer de oppervlakte handmatig wordt ingevuld, is deze bindend. Wijkt deze echter af van de berekening lengte * breedte, dan worden lengte en breedte weer gewist.
Figuur 69 Geometrienvoer van een bouwdeel
Selecteer vervolgens uit de bijbehorende constructiedefinities uit stap 3 Constructies. Selecteer daarna de begrenzing van de constructie en geef de oriëntatie op. Als u de oriëntatie van de voorgevel heeft opgegeven, dan zal de oriëntatie automatisch worden overgenomen, zie ook Oriëntatie voorgevel. U kunt zelf, indien van toepassing, een afwijkende oriëntatie opgeven voor het bouwdeel of voor de deelconstructies.
Vanaf versie 5.0 is het met ingang van het Nader Voorschrift niet meer nodig een serre of balkon- en galerijafdichting op te geven. U kunt dit bij de betreffende bouwdelen als begrenzing opgeven. Voor de begrenzing aan serre, atrium of balkonafdichting, volg de definities van ISSO 82.1.
Als u bouwdelen wilt opgeven die buiten de thermische zone liggen, bijvoorbeeld omdat u deze in uw maatwerkadvies wilt meenemen, kunt u het bouwdeel als inactief markeren, zie Figuur 70.
Figuur 70 Inactief bouwdeel
Het bouwdeel is herkenbaar in de lijst aan een grijze kleur, zie Figuur 71 en wordt niet meegenomen in de berekeningen.
Figuur 71 Inactief bouwdeel in lijst met bouwdelen