Bestaande installatie aanpassen

8.  Heeft de woning een installatie die nagenoeg hetzelfde is als een reeds toegepaste installatie? Dan selecteert u bij stap 4b de gelijkende installatie, als deze nog niet is geselecteerd door het kopiëren van de woning.

9.  Geef de tapwater voorzieningen van deze woning op. En voor alle installatie onderdelen (Ventilatie, Verwarming, Tapwater en Zonne-energie) geeft u de wijzigingen op. Door de onderdelen open te klikken, kunt u zien welke gegevens voor deze woning van toepassing zijn en desgewenst aanpassingen door voeren.

10. U bevestigt de invoer bij het sluiten van de woning met [OK] of bij het wisselen van tabbladen (of -indien er niet met tabbladen wordt gewerkt- bij het sluiten van stap 4b Installatie met [OK]).

11. Is er al een installatie aanwezig in stap 2 (Installaties) met exact dezelfde eigenschappen op alle vier onderdelen, dan wordt deze installatie geselecteerd.

12. Het programma controleert of deze installatie wordt toegepast in andere woningen en/of in maatregelen.
Als dat niet het geval is, dan wordt de bij 8. geselecteerde installatie aangepast
Als dat het geval is, dan wordt een nieuwe installatie aangemaakt, met de naam zoals beschreven bij 6 en 7.