Stap 6a - De werkelijke meterstanden van een gebouw

U begint bij invoerveld ‘Klimaat’ met het selecteren van een klimaatlocatie (zie Figuur 58). Binnen EPA-U is de klimaatdata (gemiddelde buitentemperatuur en zonnestraling) van vijf verschillende weerstations beschikbaar. Kies een locatie die het meest past bij het klimaat van het huidige project. Als u in stap 1a (projectgegevens) de postcode heeft ingevoerd, krijgt u bij het veld ‘Aanbevolen’ een advies voor de klimaatlocatie. U bepaalt echter zelf welke locatie u gebruikt.

Figuur 58 Stap 6a - Meterstanden voor de fitberekening

Vervolgens geeft u het tijdsbestek van de werkelijke meterstanden op. U kunt minimaal 5 en maximaal 24 maanden doorrekenen. Daarnaast geldt ook de limiet van het klimaatbestand. U kunt niet eerder starten (voor 1990) of later eindigen dan het klimaatbestand aan klimaatdata heeft.

Indien de periode voor de meterstanden voor elektriciteit bijvoorbeeld afwijkt van de periode voor warmtelevering, dan kunt u dit oplossen door twee keer te fitten. Eén keer op de periode voor het elektriciteitsverbruik en één keer voor de warmtelevering. Op deze wijze kunt u toch de invoer goed fitten op de meterstanden.

Tenslotte vult u de meterstanden voor betreffende periode in. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen gas, elektriciteit en externe warmtelevering.

Klik op de knop [Ok] om de gegevens toe te passen. Of klik op [Annuleren] om de wijzigingen te annuleren. Vervolgens komt u weer terug bij de substappen voor het fitten.