Als blijkt dat de berekende en de gemeten waarden te veel afwijken (meer dan 5 procent), dan wordt het tweede rapport interessant. In het rapport ‘EPA-U Fitten – Huidige situatie’ wordt namelijk de invoer en de uitvoer van de fitberekening gedetailleerd beschreven.
Klik boven in de linker kolom van de Vabi-Viewer op het rapport ‘EPA-U Fitten – Huidige situatie’. Het tweede rapport wordt nu geopend. Meer informatie over het gebruik van de Vabi-Viewer vindt u in hoofdstuk 14 (De resultaten in de Vabi-Viewer).
In de inhoudsopgave in de linkerkolom van de Vabi-Viewer ziet u nu vier hoofdstukken:
8. Beschrijving van de invoergegevens: in dit hoofdstuk worden alle invoergegevens in tabellen getoond. Dit zijn de gegevens waarmee de EPA-U Rekenkern daadwerkelijk heeft gerekend.
9. Energiegebruik: in dit hoofdstuk wordt zowel voor het gebouw als per sector het totale energiegebruik en het energiegebruik per deelpost in grafieken en tabellen weergegeven. Het energiegebruik is opgesplitst in primaire energie, gas, elektriciteit, externe warmtelevering en CO2-emissie.
10. Analyse van de warmte- en koudebehoefte: in dit hoofdstuk wordt de warmte- en koudebehoefte voor het gebouw en per sector gepresenteerd. Daarbij worden voor de warmte- en koudebehoefte de aparte warmtestromen per maand uitgesplitst.
11. Klimaat: in dit hoofdstuk worden de gebruikte buitentemperaturen en de zonnestraling op het horizontale vlak getoond.
Klik in de inhoudsopgave op het gewenste hoofdstuk (of paragraaf) en de Vabi-Viewer toont deze direct.
Om de afwijkingen tussen de berekende en gemeten waarden op te lossen, kunt u de volgende stappen ondernemen:
§ Controleer eerst of alle invoergegevens in hoofdstuk 1 kloppen. Pas zo nodig de invoer aan en start opnieuw de fitberekening.
§ Controleer daarna in hoofdstuk 4 of met het juiste klimaat is gerekend.
§ Controleer vervolgens de energiegebruiken per deelpost in hoofdstuk 2. Zitten hier onverwachte effecten, dan zit er waarschijnlijk nog wat verkeerd in de invoer. Pas zo nodig de invoer aan en start opnieuw de fitberekening.
§ Indien er onverwachte effecten zijn in het energiegebruik voor verwarming of koeling, kunt u de warmtestromen in hoofdstuk 3 gaan onderzoeken. Komen de transmissie- en ventilatieverliezen logisch over? Zo niet, controleer de ingevoerde U-waarden van de constructies en de ventilatievoud resp. -debiet van de sectoren. Controleer ook de warmtewinsten als gevolg van interne warmteproductie, zon door ramen, zon op wanden (alleen koelbehoefte) en zonnecollectoren (alleen warmtebehoefte).
§ Als er na deze stappen nog steeds (te grote) afwijkingen zijn, kunt u gebruik gaan maken van de fitfactoren. Gebruik alleen de fitfactoren als u alle invoer goed gecontroleerd heeft en daarin niets meer te wijzigen valt. Het aanpassen van de fitfactoren is in paragraaf 11.3 beschreven.
|
Voor de ventilatievouden voor de berekening van de koudebehoefte worden altijd standaard waarden gehanteerd. Deze waarden zijn afhankelijk van het ventilatiesysteem, de voorziening voor natuurlijke ventilatie in de gevel en de hoogteklasse van een sector. Voor de warmtebehoefte wordt echter gebruik gemaakt van de zelf opgegeven ventilatievoud resp. -debiet. Daarnaast wordt in de koudebehoefte wel rekening gehouden met zonnestraling op dichte constructies. In de warmtebehoefte wordt hier geen rekening mee gehouden. Dit wordt voorgedragen door de normen voor een EPA-U berekening. |
Binnen EPA-U is de klimaatdata (gemiddelde buitentemperatuur en zonnestraling) van vijf verschillende weerstations beschikbaar. Periodiek worden updates aangeboden. Zie paragraaf Updaten van het klimaatbestand.