[optie] EPG
Indien een warmtepomp voor verwarming wordt
opgegeven waarbij het rendement (COP waarde) forfaitair moet worden bepaald, kan
hier worden aangegeven of de COP waarde voldoet aan de omstandigheden zoals deze
in tabel 14.14 NEN 7120 worden aangegeven. De minimale COP-waarde wordt alleen
gebruikt voor elektische warmtepompen voor de woningbouw waarbij het rendement
(COP) forfaitair wordt bepaald; zie tabel 14.13 NEN 7120.
Indien een warmtepompboiler voor warm tapwater wordt opgegeven waarbij het rendement (COP waarde) forfaitair moet worden bepaald, kan hier worden aangegeven of de warmtepomp volgens bijlage A een opwekkingsrendement heeft van tenminste 2.2 (zie tabel 19.16).
EPG |
NEN 7120, paragraaf 14.6.4.3.2 Warmtepompen en elektrische verwarming - Categorie woningbouw
|
EPG |
NEN 7120, paragraaf 19.7.3.1 Energiefractie en opwekkingsrendement – normatieve Nederlandse methode (Gaskeur)
|
[keuze] GS
EPG
Opgave van het type warmtepomp
§ Gasmotor aangedreven warmtepomp
§ Elektrische warmtepomp
§ Gasabsorptie aangedreven warmtepomp
[optie; keuze] EPG
Indien de toegepaste warmtepomp een samengestelde
warmtepomp wordt dit hier aangegeven. Hierbij wordt een keuze tussen
onderstaande opties gegeven:
§ Warmtepomp met geïntegreerde elektrische naverwarmer
§ Warmtepomp met geïntegreerde ketel als naverwarmer
§ Bivalente warmtepomp met in serie opgestelde ketel
§ Bivalente warmtepomp met een ketel die het voorraadvat verwarmt
[keuze] EPG
GS
Opgave van de bron van de warmtepomp. Dit heeft invloed op de
invoer van het Rendement
Gebouwsimulatie.
Opgave van de bron van de warmtepomp. Voor de EPG is dit alleen van toepassing indien het rendement forfaitair moet worden bepaald; zie tabel 14.13 en 14.16 NEN 7120. Bij Gebouwsimulatie is de bron alleen van invloed op het moment dat er met een deellastrendement wordt gerekend.
§ Bodem
§ Grondwater
§ Buitenlucht
§ Retourlucht
§ Oppervlaktewater
EPG |
NEN 7120, paragraaf 14.6.4.3.2 Warmtepompen en elektrische verwarming - Categorie woningbouw
|
EPG |
NEN 7120, paragraaf 14.6.4.3.3 Warmtepompen en elektrische verwarming - Utiliteitsbouw
|
[optie] EPG
Bij opgave van een warmtepomp kan hier worden
aangegeven of de warmtepomp van het type lucht-waterwarmtepomp is. Bij een
lucht-waterwarmtepomp moet volgens bijlage E NEN 7120 zowel de energiefractie
als het rendement worden opgegeven volgens een kwaliteitsverklaring. De
energiefractie is alleen van toepassing indien er voor verwarming meerdere
opwekkers zijn opgegeven.
De optie lucht-waterwarmtepomp komt alleen naar
voren indien bij de bron (woningbouw of utiliteit) is aangegeven ‘Buitenlucht’
of ‘Retourlucht’.
EPG |
NEN 7120, bijlage E Bepaling opwekkingsrendement lucht-naar-waterwarmtepompen voor verwarming
|
[-] EPG
Opgave van de energiefractie indien er een
lucht-waterwarmtepomp is opgegeven. De energiefractie is het aandeel in de
totale warmte- of koudelevering door een warmte- of koudeopwekker. In geval van
slechts één opwekkingstoestel is de waarde van de energiefractie 1. Voor een
lucht-naar-waterwarmtepomp met niet-geïntegreerde bijstook wordt het aandeel
bepaald uit de door de warmtepomp geleverde warmte.
EPG |
NEN 7120, bijlage E.2 Bepaling energiefractie voor verwarming
|
EPG |
NEN 7120, bijlage E.3.2 Rekenwaarde jaarlijks door de lucht-naar-waterwarmtepomp geleverde warmte
|
[dm3/s] EPG
Voor een warmtepompboiler kan een minimale
luchtvolumestroom nodig zijn om goed te kunnen werken. Indien dit bekend is
volgens opgave fabrikant kan dit hier worden aangegeven en kan het minimale
debiet in dm3/s worden opgegeven. Wordt geen minimale
luchtvolumestroom opgegeven wordt deze bepaald adhv. de gebruiksoppervlakte van
het gebouw of deel van het gebouw.
EPG |
NEN 7120, bijlage E.5.2 Ventilatiedebiet
|
[opties] EPG
invloed op het moment dat er met een
deellastrendement wordt gerekend.
§ Verwarmingssysteem 24°C
§ Verwarmingssysteem 40°C
§ Verwarmingssysteem en gebouwkoeling
[-] EPG
Bij de keuze voor een
boosterwarmtepomp, waarbij is gekozen voor warmtebron verwarmingssysteem en
gebouwkoeling, vul dan de energiefractie tapwater in.