Ventilatievoud en -debiet voor een sector

U kunt in elk geval de natuurlijke ventilatievouden voor de sector invoeren (zie Figuur 47). Het ventilatievoud geeft aan hoeveel keer per uur de ruimte van verse lucht wordt voorzien. Deze zijn gescheiden in een ventilatievoud tijdens en buiten gebruikstijd. U kunt hierbij kiezen voor default waarden of voor eigen waarden.

De default waarden voor natuurlijke ventilatie zijn gebaseerd op het type ventilatiesysteem, de hoogteklasse van de sector en de voorziening in de gevel voor natuurlijke ventilatie.

warning1.png

Voor de berekening van de koelbehoefte wordt altijd een standaard natuurlijk ventilatievoud gehanteerd. Dit staat voorgeschreven in de norm voor EPA-U. Daarnaast wordt in de energielabelberekening (stap 5) altijd gerekend met de getoonde default waarden voor natuurlijke ventilatie. Ook als eigen waarden zijn ingevoerd. De eigen waarden worden alleen meegenomen in de maatwerkadvies berekening.

Indien de installatie over mechanische toevoer of balans beschikt, dan kunnen ook de gegevens voor mechanische ventilatie worden ingevoerd. Voor mechanische ventilatie kunt u het ventilatiedebiet opgeven. Hierbij kunt u kiezen voor default waarden of eigen waarden.

De default waarden voor mechanische ventilatie zijn gebaseerd op het type ventilatiesysteem en distributie van koeling en/of verwarming via ventilatielucht.

warning1.png

In de energielabelberekening (stap 5) wordt voor mechanische ventilatie de default waarde gebruikt, tenzij een eigen waarde is ingevoerd. Is de ingevoerde eigen waarde lager dan de berekenden minimaal benodigde ventilatie, dan wordt de minimale luchtvolumestroom aangehouden voor de energielabelberekening.

Heeft u binnen de (energie)sector meerdere gebruiksfuncties, dan wordt zowel bij default, als bij eigen ventilatievoud voor de hele sector met de waarde van de hoofdfunctie gerekend.