Nu u voor de maatregel heeft gespecificeerd waarop ze betrekking heeft, kunt u de nieuwe situatie gaan opgegeven. De invoervelden zijn afhankelijk van het type maatregel. In de berekening van de variant worden deze invoervelden gebruikt in plaats van die van de huidige situatie (zoals opgegeven in stap 2, 3 of 4). Vul altijd alle invoervelden goed in.
|
Indien u bijvoorbeeld alleen de gebruiksuren voor een sector wilt aanpassen, krijgt u ook de invoervelden voor de gebruiksdagen en –weken per jaar. Alle waarden uit de huidige situatie worden automatisch overgenomen. U past alleen de gebruiksuren aan en laat de overige velden ongewijzigd. Wijzigt u niet alleen gebruiksuren, maar bijvoorbeeld ook de binnentemperaturen, dan wordt dit ook in de berekening meegenomen. |
Voorbeeld:
U wilt een steen/spouw/steen muur isoleren, deze is reeds in stap 3
(constructies) gedefinieerd. Deze constructie wordt in de huidige situatie
gebruik in de geometrie van één of meerdere sectoren.
Definieer in stap 3
(constructies) de nieuwe constructie: steen/isolatie/steen. Deze gebruikt u niet
in de huidige situatie (stap 4b). U selecteert bij een maatregel voor de nieuwe
situatie (stap 7b) dan deze geïsoleerde muur. In de berekening van de variant
worden dan alle ongeïsoleerde muren van de huidige situatie vervangen door de
geïsoleerde muur. Op deze manier kunt u eenvoudig de consequenties van
muurisolatie inzichtelijk maken.
Wilt u bepaalde muren wel isoleren en
bepaalde muren niet, dan zult u hier bij het definiëren van de constructies
(stap 3) en bij de geometrie (stap 4b) rekening mee moeten
houden.