Gebruiksfunctie

Het eerste invoerveld betreft de gebruiksfunctie van de sector (zie Figuur 45). De beschikbare functies zijn gebaseerd op de utiliteitfuncties in het Bouwbesluit. Deze functie wordt gebruikt voor het bepalen van de standaard waarden voor de energielabelberekening (stap 5). Daarnaast wordt de gebruiksfunctie gebruikt voor een aantal default waarden voor het fitten (stap 6) en het energieadvies (stap 7 en 8). Deze default waarden hebben bijvoorbeeld betrekking op ventilatievoud, warm tapwater behoefte, apparatuur en verlichting.

In de normen voor EPA-U zijn (nog) niet alle gebruiksfuncties opgenomen. Indien u een gebruiksfunctie wilt doorrekenen die niet in de lijst voorkomt, kunt u voor “Overig (geen EPBD-functie)” kiezen. De sector wordt dan niet meegenomen in de energielabelberekeningen.

warning1.png

Bij een niet-labelplichtige gebruiksfunctie volgt u de richtlijnen in ISSO 75.1 voor toekenning van niet-labelplichtige gebruiksfuncties.

warning1.png

Wilt u een industriefunctie in uw energieadvies opnemen? Dat kan onder bepaalde voorwaarden. Het rekenmodel is namelijk niet ontwikkeld voor bijvoorbeeld sectoren met intensieve productieprocessen.

Gebruik daarnaast geen aparte sectoren voor bijvoorbeeld gangen en andere ruimtes, maar betrek deze bij de dichtstbijzijnde functie. In het geval van een kantoorgebouw vallen de gangen e.d. onder de kantoorfunctie.

Bij de hoofdfunctie kunt u opgeven dat er een of meerdere deelfuncties aanwezig zijn. U geeft voor de deelfunctie het gebruikersoppervlaken de (afwijkende) gebruiksfunctie op, het oppervlak wordt in mindering gebracht van de hoofdfunctie. Dit kunt u terug zien in de lijst met sectoren.

warning1.png

U kunt alleen een deelfunctie toepassen als dit volgens de definities in ISSO publicatie 75 geen aparte (energie)sector is. Voor de berekeningen worden de rekenresultaten op basis van opgegeven gebruikersoppervlak verdeeld over de hoofdfunctie en de verschillende deelfuncties.