Eerst installaties en constructies in het gebouw definiëren

Nadat u in stap 1 de algemene gegevens voor het project heeft ingevoerd, kunt u in stap 2 de installaties van het gebouw invoeren. In deze stap worden de installaties alleen gedefinieerd, ze worden pas gekoppeld aan sectoren in stap 4 (sectoren). Installaties die niet worden gekoppeld aan één of meer sectoren worden in de berekening ook niet meegenomen.

Op deze wijze kan één installaties worden gedefinieerd, waarvan meerdere sectoren gebruik kunnen maken. Voorts kunnen alvast alternatieve installaties worden gedefinieerd, die bijvoorbeeld als maatregel kunnen worden gebruikt in stap 7 (varianten).

In EPA-U kunt u vrijwel elke installatie invoeren, er zijn ruime keuzemogelijkheden voor:

§ het ventilatiesysteem;

§ ruimteverwarming;

§ bevochtiging;

§ koeling;

§ warm tapwaterbereiding ;

§ zonne-energie (zonneboilers en fotovoltaïsche cellen).

Vervolgens kunt u in stap 3 de constructies invoeren die in een gebouw voorkomen. Net als de installaties zijn dit alleen de definities, de daadwerkelijke oppervlaktes en oriëntaties van de constructies worden pas gekoppeld in stap 4b (geometrie).

U hoeft slechts eenmaal de eigenschappen van een bepaalde constructie op te geven (bijvoorbeeld de buitenwanden). Vervolgens kunt u deze constructiedefinities in de sectoren gebruiken om de daadwerkelijke geometrie van het gebouw in te voeren. Net als bij de installaties kunnen ook alvast alternatieve constructies worden gedefinieerd, die als maatregel in stap 7 (varianten) kunnen worden gebruikt.