Bouwdelen in een sector

In deze stap (geometrie) gaat u de constructies (uit stap 3) toepassen in een sector. U hoeft niet meer de fysische eigenschappen in te voeren, dat heeft u al gedaan. U gaat nu aangeven hoeveel vierkante meter van welke constructie in de sector aanwezig is, welke oriëntatie de bouwdelen hebben en waar deze aan grenzen (buiten, grond, onverwarmde ruimte, etc.).

Voor het energielabel geeft u alleen de bouwdelen op die onderdeel zijn van de thermische schil. Voor het maatwerkadvies geeft u naast de thermische schil ook alle sectorscheidende wanden op. Deze sectorscheidende wanden moeten in beide sectoren worden opgegeven. Volg hierbij de richtlijnen uit ISSO publicatie 75.

Zowel voor het energielabel, als voor het maatwerkadvies maakt het niet uit of er sprake is van een labelplichtige aangrenzende sector of niet-labelplichtige aangrenzende sectoren.

Mocht u tijdens het invoeren van de geometrie erachter komen dat u nog constructies mist of wilt aanpassen, dan is dat geen probleem. Klik tweemaal op de knop [Ok] en ga naar stap 3 (constructies). Voeg de gewenste constructie(s) toe of pas ze aan. Ga vervolgens weer verder met het invoeren van de geometrie. Alle wijzigingen worden automatisch bijgewerkt in de sectoren.