In de Warmteverliesrapportages wordt het benodigd vermogen op onderstaande manier bepaald:
§ Gesommeerd warmteverlies door de
uitwendige scheidingsconstructies, onverwarmde ruimten en begane
grondvloer
De transmissie van de schil, over alle vlakken die aan buiten
grenzen.
§ Gesommeerd warmteverlies naar
aangrenzend gebouw
Tranmissie van de schil, over alle vlakken die aan een
ander gebouw grenzen.
§ Warmteverlies van leidingen in
onverwarmde ruimten
Het warmteverlies van de verwarmingsleidingen zoals CV
buizen in de onverwarmde ruimten.
§ Warmte naar
kruipruimte/grond/aangrenzend gebouw afgegeven door vloerverwarming c.q. warmte
afgegeven door verwarmde wand naar aangrenzend gebouw of buiten
De warmte, of
wel het deel transmissieverlies die verloren gaat naar buiten als je
vloerverwarming toepast.
§ Benodigd vermogen voor de voorverwarming
van de ventilatielucht ( 16624.2 m3/h)
Het benodigde vermogen van de
verwarmingsbatterij om de buitenlucht op te warmen naar inblaaslucht. Dit
vermogen wordt lager met WTW. (systeem B/D)
§ Gesommeerd warmteverlies t.g.v.
infiltratie ( x fractie z)
Totaal infiltratieverlies over de schil, rekening
houdend met eenzijdige overdruk (fractie z).
§ Benodigd vermogen voor naverwarming van
de ventilatielucht
Het vermogen die benodigd is om de inblaaslucht van de LBK
op te warmen naar de ontwerptemperatuur van de ruimte. (systeem B/D)
§ Gesommeerd in rekening te brengen
warmteverlies door buitenluchttoetreding
Het vermogen die benodigd is om de
ventilatielucht van buiten op te warmen naar de ontwerptemperatuur van de
ruimte. (systeem A/C)
§ Gesommeerde toe te rekenen toeslag voor
bedrijfsbeperking
Opwarmtoeslag.