
[-] EPG
Bij de zonnecollector moet een keuze gemaakt worden 
welke zonnecollector wordt toegepast in het systeem. Opgave van zonnecollectoren 
moet plaatsvinden via Hulpmiddelen en Zonnecollector (warmte).
Afhankelijk 
van hoe de zonnecollector wordt ingezet (Warmte, Tapwater of Warmte & 
Tapwater) zal het invoerscherm worden aangepast aan de gegevens voor de 
verschillende systemen.
[keuze] EPG
Opgave van de rekenmethode voor het bepalen van de 
zonbijdrage van zonne-energiesystemen voor warm tapwater. Deze methode kan 
alleen worden opgegeven indien een zonneboiler (warm tapwater) is opgegeven 
waarbij de oppervlakte van de collector groter is dan 6 m2 en kleiner 
dan of gelijk is aan 10 m2. Bij zonneboilers (warm tapwater) met een 
collectoroppervlakte kleiner of gelijk aan 6 m2 wordt standaard 
gerekend volgens rekenmethode a. Bij zonneboilers (warm tapwater) met een 
collectoroppervlakte van meer dan 10 m2 of bij zonne-energiesystemen 
(verwarming) of zonnecombisystemen (verwarming en warm tapwater) wordt standaard 
gerekend volgens rekenmethode b (zie par. 19.6.3 NEN 7120).
•Eenvoudig (methode a): De zonbijdrage van de zonneboiler aan warm tapwater wordt bepaald volgens par 19.6.3 NEN 7120;
•Uitgebreid (methode b) 
De zonbijdrage van 
de zonneboiler aan warm tapwater wordt bepaald volgens bijlage I NEN 7120.
| 
       
 EPG  | 
    
       NEN 7120, paragraaf 19.6.3 Bijdrage zonneboilersysteem 
  | 
| 
       
 EPG  | 
    
       NEN 7120, bijlage I Rekenregels bepaling bijdrage actieve thermische duurzame energie aan warm tapwater en ruimteverwarming 
  | 
[keuze] EPG
Opgave van het type zonneboiler zoals deze wordt 
toegepast voor een warmtapwatersysteem. Het type zonneboiler is allleen op te 
geven indien de zonneboiler alleen wordt ingezet voor warm tapwater; voor het 
systeem moet dan ‘Tapwater’ zijn opgegeven.
•Voorverwarmer zonneboiler met naverwarmingstoestel: De zonneboiler is een voorverwarmer zonneboiler met een voorraadvat voor de warmteopslag, waarbij het warme water uit het voorraadvat tijdens het tappen wordt naverwarmd door een (combi)ketel. Bij de opwekkingsconfiguratie moet naast de zonneboiler ook een (combi)ketel als opwekker worden opgegeven.
•Geïntegreerde naverwarmer op gas: De zonneboiler wordt met behulp van een warmtewisselaar in het voorraadvat verwarmd door een (combi)ketel. Er wordt tijdens het tappen rechtstreeks uit het voorraadvat getapt. Bij de opwekkingsconfiguratie moet naast de zonneboiler ook een (combi)ketel als opwekker worden opgegeven.
•Geïntegreerde naverwarmer op elektriciteit: De zonneboiler heeft een geintegreerde elektrische naverwarming in het voorraadvat. Er wordt hierbij rechtstreeks uit het voorraadvat getapt. Bij de opwekkingsconfiguratie hoeft voor warm tapwater geen extra opwekker te worden opgegeven.
| 
       
 EPG  | 
    
       NEN 7120, paragraaf 19.6.1 Warmtebijdrage duurzaam energiesysteem aan warmtapwaterbereiding – principe 
  | 
[keuze] EPG
Opgave van het type regeling van de naverwarming van 
het zonne-energiesysteem. Het type regeling wordt gebruikt bij de bepaling van 
een correctiefactor voor de capaciteit van het opslagvat van het 
zonne-energiesysteem en wordt alleen gebruikt bij rekenmethode b en indien 
gekozen is voor een zonne-energiesysteem met geïntegreerde elektrische 
naverwarming. Zie hiervoor tabel I.5 NEN 7120.
•Continu: De naverwarming kan de gehele dag worden ingezet om het voorraadvat op te warmen.
•Op nachtstroom: De naverwarming wordt alleen ’s nachts ingezet.
| 
       
 EPG  | 
    
       NEN 7120, bijlage I.5 Rekenregels bepaling bijdrage actieve thermische duurzame energie aan warm tapwater en ruimteverwarming 
  | 
[optie] EPG
Indien het zonne-energiesysteem voldoet aan 
voorwaarden die worden gesteld aan het Zonnekeur-label kan dit hier worden 
aangegeven. Dit is van invloed op de forfaitaire bepaling van de jaarlijkse 
zonbijdrage bij bepalingsmethode a (zie tabellen 19.10 en 19.11 NEN 7120) en bij 
de forfaitaire bepaling van het rendement, warmteverliescoefficient en 
hoekafhankelijkheidscoefficient van de zonnecollector bij bepalingsmethode b 
(zie tabellen I.2 en I.3 NEN 7120).
| 
       
 EPG  | 
    
       NEN 7120, paragraaf 19.6.3.2 Rekenregels bepaling bijdrage actieve thermische duurzame energie aan warm tapwater en ruimteverwarming 
  | 
[keuze] EPG
De jaarlijkse zonbijdrage welke wordt gebruikt bij 
bepalingsmethode a kan forfaitair worden bepaald volgens de tabellen 19.10 en 
19.11 NEN 7120, maar kan ook gedetailleerd worden opgegeven. Hiervoor moet dan 
wel een kwaliteitsverklaring worden overlegd.
•Forfaitair: De jaarlijkse zonbijdrage wordt bepaald in de tabellen 19.10 en 19.11 NEN 7120.
•Gedetaillleerd: De jaarlijke zonbijdrage wordt opgegeven als ‘Energieafgifte bij uitgang zonne-energie’ in MJ/jaar. Deze waarde volgt uit een kwaliteitsverklaring en moet bij de berekening worden overlegd.
•[optie] EPG
Voor 
het bepalen van de verliezen van de leidingen in het collectorcircuit kan hier 
worden aangegeven of de leidingen zijn geisoleerd of niet. De invoer betreffende 
de isolatie van leidingen zijn alleen van toepassing bij rekenmethode b. Zie 
tabel I.4 NEN 7120.