
[optie] EPG
De 
warmteoverdrachtcoefficient van de warmteopslag wordt standaard forfaitair 
bepaald, maar kan ook gedetailleerd worden opgegeven door een eigen 
warmteoverdrachtcoefficient in W/K op te geven. Mede hiermee wordt het 
warmteverlies van de warmteopslag bepaald. De warmteoverdrachtcoefficient wordt 
alleen gevraagd indien de rekenmethode uigebreid volgens methode b wordt 
uitgevoerd.
[keuze] EPG
Voor het bepalen van 
het warmteverlies van het opslagvat is de locatie van het opslagvat van 
belang.
§ Buiten: Het warmteverlies van het opslagvat wordt bepaald met de buitenlucht als omgevingstemperatuur;
§ Onverwarmde ruimte: Het warmteverlies van het opslagvat wordt bepaald met een omgevingstemperatuur tussen de verwarmde ruimte en de buitenlucht;
§ Verwarmde ruimte: Het warmteverlies van het opslagvat wordt bepaald met een omgevingstemperatuur gelijk aan de verwarmde ruimte.
[dm3] EPG
Opgave van het totale volume van het opslagvat van 
het zonne-energiesysteem in dm3. Dit volume wordt gebruikt bij de 
bepaling van de reductiefactor van de opbrengst van zonnewarmte bij 
PVT-systemen, maar ook bij de bepaling van een correctiefactor voor de 
capaciteit van de warmteopslag bij systemen met geintegreerde 
naverwarming.
[dm3] EPG
Opgave van het volume van het opslagvat welke de 
naverwarming bevat in dm3. Dit volume wordt gebruikt bij de bepaling 
van de verliezen van de warmteopslag bij systemen met geintegreerde 
naverwarming.
[keuze] EPG
Voor biomassatoestel voor tapwater moet de isolatie 
van de warmwatervoorraad worden opgegeven:.
§ Ongeïsoleerd
§ Minimale dikte van 10 mm
§ Minimale dikte van 20 mm