
[optie] WV 
GS EPG
Hier geef je aan 
of in het systeem van luchtbehandeling mechanische toevoer aanwezig is. Boven in 
het scherm luchtbehandeling onder ventilatiesysteem wordt mede door deze invoer 
het juiste type ventilatiesysteem weergegeven.
[stuks] EPG
Hier geef je het aantal ventilatoren op die zich in 
de luchtbehandelingskast bevinden. Deze invoer is alleen mogelijk indien voor de 
energieprestatie EPG via de Projectinstellingen is aangegeven dat het 
Ventilatorvermogen uitgebreid moet worden bepaald. Bij het ventilatorvermogen in 
het systeem moet ook het ventilatorvermogen op ruimteniveau worden meegenomen, 
zoals bij fancoils.
| 
       
 EPG  | 
    
       NEN 8088-1, paragraaf 7.3.2.3 Werkelijk geïnstalleerde nominale vermogen 
  | 
[W] EPG
Hier geef je het vermogen per ventilator op in W. 
Indien er meer ventilatoren opgegeven zijn, wordt het vermogen vermenigvuldigd 
met het aantal ventilatoren. Deze invoer is alleen mogelijk indien voor de 
energieprestatie EPG via de Projectinstellingen is aangegeven dat het 
Ventilatorvermogen uitgebreid moet worden bepaald. Bij het ventilatorvermogen in 
het systeem moet ook het ventilatorvermogen op ruimteniveau worden meegenomen, 
zoals bij fancoils.
[keuze] WV 
GS EPG
Hier geef je aan 
of de opwarming van de lucht door de toevoerventilator moet worden meegenomen en 
met welke waarde. Deze opwarming van de lucht door de ventilator is voordelig 
voor de verwarmingsbehoefte en nadelig voor de koelbehoefte.
•Standaard: er wordt gerekend met een opwarming door de ventilator van 1,5 K;
•Eigen waarde: er kan een eigen waarde voor de opwarming worden opgegeven tussen 0 en 4 K.
[keuze] EPG
Wordt geen mechanische toevoer van ventilatielucht 
toegepast, en dus de ventilatielucht natuurlijk (van buiten) wordt toegevoerd, 
kan hier de regeling (sturing) worden opgegeven van de toevoerroosters. 
Afhankelijk van onder andere deze sturing wordt bovenin het scherm de 
Ventilatieregeling weergegeven zoals deze wordt toegepast voor de 
energieprestatieberekening EPG.
•Geen sturing;
•Winddrukgestuurde toevoer Δp ≤ 1 Pa;
•Winddrukgestuurde toevoer 1 Pa < Δp ≤ 5 Pa;
•Winddrukgestuurde toevoer 5 Pa < Δp ≤ 10 Pa;
•Tijdsturing toevoer zonder zonering;
•CO2-sturing indirect op toevoer per verblijfsruimte, zonder zonering.
| 
       
 EPG  | 
    
       NEN 8088-1, paragraaf 5.5.2.2.1 Systeemgerelateerde ventilatie bij warmte-en koudebehoefte - Tabel 2 
  |