Regeling

Mechanische regeling

[keuze] EPG
De mechanische regeling van de ventilatie kan hier worden opgegeven. Afhankelijk van onder andere deze regeling wordt bovenin het scherm de Ventilatieregeling weergegeven zoals deze wordt toegepast voor de energieprestatieberekening EPG; zie hiervoor tabellen 2 en 5 NEN 8088.

      Geen sturing;

      Tijdsturing zonder zonering;

      Tijdsturing met twee of meer zones;

      CO2-sturing alleen afvoer;

      CO2-sturing per verblijfsruimte;

      CO2-sturing met twee of meer zones;

      CO2-sturing in verblijfsruimte met kooktoestel.

EPG

NEN 8088-1, paragraaf 5.5.2.2.1

Systeemgerelateerde ventilatie bij warmte-en koudebehoefte - Tabel 2

BRISwarenhuis

 

EPG

NEN 8088-1, paragraaf 5.6.2

Spuiventilatie bij de categorie woningbouw

BRISwarenhuis

 

Ventilatie in nachtstand tijdens opwarmen gebouw

[optie] WV
Bij gebouwen met mechanische toevoer van ventilatielucht kan er worden gerekend met de ventilatie in een nachtstand tijdens het opwarmen van het gebouw. De ventilatie in nachtstand houdt voor woningbouw in dat deze op halve capaciteit staat, voor utiliteitsbouw houdt dit in dat deze uit staat.
Voor het (eventueel) opwarmen van deze ventilatielucht is reeds vermogen in rekening gebracht; dit vermogen wordt (deels voor woningbouw) tijdens het opwarmen van het gebouw niet gebruikt en kan dus worden ingezet voor het opwarmen van het gebouw. Hierdoor wordt het vermogen voor het opwarmen van de ventilatielucht (deels voor woningbouw) in mindering gebracht op het in de ruimte te installeren vermogen.
Voor de warmteverliesberekening is het altijd veiliger niet te rekenen met de ventilatie in de nachtstand tijdens het opwarmen van het gebouw.

isso.gif

WV

ISSO Publicatie 51, paragraaf 4.8.4

ISSO Publicatie 53, paragraaf 4.8.3

Toe te rekenen toeslag voor bedrijfsbeperking

ISSO51-digitaal | ISSO53-digitaal

 

Voorwaardelijke nachtverwarming

[optie] GS
De centrale luchtbehandelingsinstallatie wordt voor de voorwaardelijke nachtelijke verwarming geregeld op basis van condities in het Regelvertrek. Indien de vertrektemperatuur in de te berekenen ruimte lager wordt dan de aanschakeltemperatuur treedt de nachtelijke verwarming in werking. Er wordt dan overgeschakeld naar het debiet bij voorwaardelijke nachtverwarming. Voorwaardelijke nachtelijke verwarming met ventilatielucht is alleen mogelijk als:

      Er bij Ventilatie een debiet voor voorwaardelijke nachtventilatie is opgegeven;

      Het debiet bij voorwaardelijke nachtventilatie groter is dan bij het debiet bij (normale) nachtventilatie;

      Er in het afgiftesjabloon een nachtbedrijf ingesteld is.

Indien er voor voorwaardelijke nachtverwarming wordt gekozen, worden de stooklijn voor de nacht aangehouden. Deze stooklijnen, het nachtbedrijf van zowel van Distributie als Luchtbehandeling, moeten dan wel opgegeven zijn.

AAN als binnenluchttemperatuur <

[°C] Standaard 16 °C GS
Dit is de ruimtetemperatuur waarbij de luchtverwarmer en ventilatoren aangaan. Wanneer het in het Regelvertrek.kouder dan deze temperatuur is, treedt er nachtverwarming op. Dit wordt ook wel de aanschakeltemperatuur genoemd. Deze instelling wordt pas zichtbaar indien er voor voorwaardelijke nachtverwarming is gekozen.

UIT als binnenluchttemperatuur >

[°C] Standaard 17 °C GS
Dit is de ruimtetemperatuur waarbij de luchtverwarmer en ventilatoren uitgaan. Wanneer het in de ruimte warmer is dan deze temperatuur, treedt er geen nachtverwarming op. Dit wordt ook wel de uitschakeltemperatuur genoemd. Deze instelling wordt pas zichtbaar indien er voor voorwaardelijke nachtverwarming is gekozen.

Voorwaardelijke nachtkoeling

[optie] GS
In dit scherm kun je opgeven of de nachtelijke koeling geleverd wordt d.m.v. inname van extra buitenlucht en/of door de centrale luchtkoeler. De centrale luchtbehandelingsinstallatie wordt voor de voorwaardelijke nachtelijke koeling geregeld op basis van condities in het Regelvertrek. Indien de vertrektemperatuur in de te berekenen ruimte lager wordt dan de aanschakeltemperatuur en het temperatuursverschil (binnen-buiten) is groter dan opgegeven, treedt de nachtelijke koeling in werking. Er wordt dan overgeschakeld naar het debiet bij voorwaardelijke nachtkoeling. Voorwaardelijke nachtelijke koeling met ventilatielucht is alleen mogelijk als:

      Er bij Ventilatie een debiet voor voorwaardelijke nachtventilatie is opgegeven;

      Het debiet bij voorwaardelijke nachtventilatie groter is dan bij het debiet bij (normale) nachtventilatie;

      Er in het afgiftesjabloon een nachtbedrijf ingesteld is.

AAN als binnenluchttemperatuur >

[°C] Standaard 23 °C GS
Dit is de ruimtetemperatuur waarbij de luchtkoeler en ventilatoren aangaan. Wanneer het in het Regelvertrek warmer dan deze temperatuur is, treedt er nachtkoeling op. Dit wordt ook wel de aanschakeltemperatuur genoemd. Deze instelling wordt pas zichtbaar indien er voor voorwaardelijke nachtkoeling is gekozen.

En buitenluchttemperatuur >

[°C] Standaard 5 °C GS
Dit is de buitenluchttemperatuur waarbij de luchtkoeler en ventilatoren aangaan. Wanneer het buiten het gebouw warmer dan deze temperatuur is, treedt er nachtkoeling op. Deze instelling wordt pas zichtbaar indien er voor voorwaardelijke nachtkoeling is gekozen.

En verschil tussen binnen- en buitenlucht >

[K] Standaard 5 K GS
Voorwaardelijke nachtkoeling mag alleen aangaan indien het verschil tussen de ruimtetemperatuur en de buitenluchttemperatuur groter is dan een bepaald minimum. Voor wat betreft de ruimtetemperatuur wordt steeds gekeken naar de temperatuur aan het eind van het vorige uur. Deze instelling wordt pas zichtbaar indien er voor voorwaardelijke nachtkoeling is gekozen.

UIT als binnenluchttemperatuur <

      [°C] Standaard 18 °C GS
Dit is de ruimtetemperatuur waarbij de luchtkoeler en ventilatoren uitgaan. Wanneer het in de ruimte koeler is dan deze temperatuur, treedt er geen nachtkoeling op. Dit wordt ook wel de uitschakeltemperatuur genoemd. Deze instelling wordt pas zichtbaar indien er voor voorwaardelijke nachtkoeling is gekozen.