Duwen / trekken

Tekenschermen: je (pUll / pUsh)

U kunt een vlak trekken en duwen waarbij het vlak verlengt/verkort wordt. Dit geschiedt altijd loodrecht op het vlak, en kan alleen met een vlak (filterselectie is niet actief).

1.    Klik in de menubalk op de functie duwen / trekken in het deelvensterGeometrie bewerken;

2.    Klik op het vlak die je wenst te trekken of te duwen. Klik eenmaal met uw  linker muisknop;

3.    Er verschijnt een gele lijn. Deze lijn geeft de as aan waarover het vlak verschoven kan worden. Schuif de muis over deze lijn.

4.    Voer eventueel het gewenste verschil in lengte (Afstand [mm]) in en druk op ENTER. Het vlak zal geherpositioneerd worden op basis van de  ingevoerde waarde.

§ In plaats van een waarde op te geven kan door middel van de verplaatsing van de muis het vlak ook verplaatst worden. je dient dan nogmaals eenmaal met uw  linker muisknop te klikken wanneer je met uw  muis de juiste verplaatsing heeft ingesteld. Er kan gesnapt worden op een referentiepunt waar het vlak evenwijdig aan moet komen te liggen.

In tegenstelling tot de functie verplaats wordt bij deze functie het vlak verlengt of verkort, loodrecht op het vlak. Als je een vlak verplaatst, zullen alle coördinaten die aan het vlak gekoppeld zitten, mee verplaatst worden. Bij duwen / trekken blijven de oorspronkelijke coördinaten staan.

In plaats van eenmaal te klikken in stap twee, kun je ook de muisknop ingedrukt houden en tegelijkertijd de muis bewegen. Dit geeft je extra snelheid in het tekenen.