[keuze]
EPG
Het bepalen van het distributierendement kan
zowel forfaitair als uitgebreid worden uitgevoerd. Dit kan hier worden
aangegeven.
•Forfaitair: Indien onvoldoende gegevens over de distributie van tapwater beschikbaar zijn moet gebruik worden gemaakt van de forfaitaire waarden volgens NEN 7120 paragraaf 19.4.3.3. Hierbij wordt alleen de mate van isolatie van het systeem aangegeven, en is er geen gedetailleerde invoer van leidingen benodigd;
•Uitgebreid: Indien voldoende gegevens over de distributie van tapwater bekend zijn, dan kan gebruik worden gemaakt van de gedetailleerde methode. Deze methode geeft over het algemeen een gunstigere uitkomst. Hierbij moeten de leidingen, materialen en de mate van isolatie voor de tapwater distributie worden opgegeven.
EPG |
NEN 7120, paragraaf 19.4.3.3 Intern plus extern distributierendement warmtapwatersysteem – rekenwaarden
|
[keuze]
EPG
Bij de forfaitaire methode voor het bepalen van
het distributierendement moet worden aangegeven hoe de mate van isolatie is; dit
resulteert in een distributierendement zoals is aangegeven in par. 19.4.3.3 NEN
7120.
•Ongeisoleerd;
•Minimale dikte van 10mm;
•Minimale dikte van 20mm.
EPG |
NEN 7120, paragraaf 19.4.3.3 Intern plus extern distributierendement warmtapwatersysteem – rekenwaarden
|
Wordt bij Rekenmethode gekozen voor de uitgebreide methode, verschijnt bovenstaand scherm waarin de leidingen van het circulatiesysteem kunnen worden opgegeven. Er kunnen leidingen worden toegevoegd, gekopieerd en weer verwijderd via de isonen in het scherm.
[optie] EPG
Hier kan worden aangegeven of de gegevens over de
isolatie van de circulatieleidingen bekend zijn of dat deze geschat moeten
worden; zie onder Isolatiedikte.
[stuks] EPG
Hier geef je het aantal identieke leidingen op in
het systeem. De lengte van de leiding wordt vermenigvuldigd met dit aantal en in
de berekening meegenomen.
[m] EPG
Hier geef je de lengte op van het leidingdeel in
m.
[keuze]
EPG
De uitwendige middellijn van de
leiding moet hier worden opgegeven zoals deze is aangegeven in de tabellen 19.4
en 19.6 NEN 7120. In combinatie met de isolatiedikte wordt de U-waarde per meter
koper leiding bepaald.
•10 mm / 12 mm / 15 mm / 22 mm / 28 mm / 35 mm / 42 mm / 54 mm / 67 mm / 80 mm
EPG |
NEN 7120, paragraaf 19.4.3.3 Intern plus extern distributierendement warmtapwatersysteem – rekenwaarden
|
[keuze]
EPG
Opgave van het materiaal van de
circulatieleidingen, zie tabel 19.5 NEN 7120.
•Koper;
•PE: polyethyleen;
•PEX: PE met kruisverbindingen in de polymeerstructuur;
•PEX-Al: PEX met een tussenlaag van aluminium;
•PVC-C: nagechloreerd Polyvinylchloride;
•PPR: polypropyleen;
•PB: polybutyleen.
EPG |
NEN 7120, paragraaf 19.4.3.3 Intern plus extern distributierendement warmtapwatersysteem – rekenwaarden
|
[keuze]
EPG
Opgave van de isolatiedikte van de leiding
volgens tabel 19.6 NEN 7120.
•Ongeisoleerd;
•Minimale dikte van 10 mm;
•Minimale dikte van 20 mm.
EPG |
NEN 7120, paragraaf 19.4.3.3 Intern plus extern distributierendement warmtapwatersysteem – rekenwaarden
|
[keuze]
EPG
Opgave van de isolatiedikte van de leiding
volgens tabel 19.4 NEN 7120.
•Ongeisoleerd;
•10 mm;
•15 mm;
•20 mm;
•25 mm.