Type

Systeem

[keuze] WV GS EPG
Hier kan worden aangegeven waar het distributiesysteem in voorziet; Warmte, Koude of Warmte & Koude. Bij Warmte & Koude wordt afhankelijk van de behoefte warmte of koude getransporteerd naar hetzelfde afgifte apparaat (change-over). Voor de verwarmings- of koelbatterij van een luchtbehandelingskast moet ook een distributienet worden opgegeven, maar hiervoor kan geen Warmte & Koude worden opgegeven; er moet dan een aparte distributie worden aangemaakt voor zowel Warmte als Koude.

§ Warmte: distributienet voor verwarming

§ Koude: distributienet voor koeling

§ Warmte & Koude: distributienet voor zowel verwarming als koeling (change-over)

warning1.png

De keuze van het systeem heeft gevolgen voor de selectie van de distributie bij de LBK en afgifte-apparaten. Met andere woorden: Je kunt bijvoorbeeld een warmwaternet niet koppelen aan een koelbatterij of een afgifte-apparaat bedoeld om te koelen en vice versa.

Opwekking

[selectie] GS EPG
Hier selecteer je de opwekkingsconfiguratie met de opwekkers voor warmte en/of koude. Afhankelijk van het opgegeven Systeem (Warmte, Koude of Warmte & Koude), kan alleen die opwekkingsconfiguratie worden geselecteerd welke ook opwekkers heeft voor Warmte, Koude of Warmte & Koude. De te selecteren lijst wordt gegenereerd door alle hulpmiddelen type opwekker, met een naam zoals genoemd in hulpmiddel Opwekking.

Ander transportmiddel dan water (zoals koelmiddel)

[optie] EPG
Indien er een ander transportmedium wordt toegepast dan water (zoals koelmiddel bij multisplit-systemen) kan dit hier worden aangegeven. Er volgt dan een correctie op het distributierendement voor verwarmen en/of koelen.

Buffervat buiten de verwarmde ruimte aanwezig

[optie] EPG
Voor woningbouw kan een buffervat voor het verwarmingssysteem buiten de verwarmde ruimten zijn opgesteld. Indien dit het geval is kan dit hier worden aangegeven, en volgt een correctie op het distributierendement. Voor utiliteitsbouw heeft deze optie geen invloed.

Wijze van regelen

[keuze] WV GS
De wijze van regelen wordt bepaald door drie typen:

Wijze van regelen

 

Per ruimte

Bij systemen die voorzien zijn van een regeling per ruimte kan de temperatuur in alle ruimten gegarandeerd worden. Een voorbeeld van een regeling per ruimte is een regeling met thermostatische afsluiters (niet in combinatie met kamerthermostaat) in alle ruimten waarbij de aanvoertemperatuur constant is of via een stooklijn wordt gestuurd.
Bij regeling per vertrek wordt de opwarmtoeslag bepaald aan de hand van de accumulerende oppervlakken in het vertrek ( zie Opwarmtoeslag).

Kamerthermostaat

Bij systemen die geregeld worden met een kamerthermostaat kan de temperatuur in andere ruimten dan in de ruimte met de thermostaat niet gegarandeerd worden. Voor het gehele installatieconcept gekoppeld aan het gegeven distributienet wordt een referentieruimte opgegeven waar de kamerthermostaat zich bevindt. Vervolgens wordt aan de hand van het verschil tussen opgegeven ontwerptemperatuur en de daadwerkelijke luchttemperatuur in de referentieruimte het systeem aan- dan wel uitgeschakeld. De referentieruimte van de kamerthermostaat kan na het definiëren van de geometrie en het toewijzen van de ruimtes ingesteld worden, zoals omschreven staat in Regelvertrek.
Bij regeling met kamerthermostaat wordt van het te regelen vertrek de opwarmtoeslag als percentage van transmissie en ventilatie bepaald. Met dit percentage wordt ook de opwarmtoeslag van andere vertrekken bepaald. Het te regelen vertrek dient ingevoerd te worden onder
Regelvertrek.

Adaptief

ofwel adaptieve regeling is een zelflerend regelsysteem dat de aansturing aanpast aan de resultaten van de vorige dag(en). Om een vaste kamertemperatuur te kunnen handhaven is het nodig dat de brander steeds aan en uit gaat. Bij een niet-adaptieve regeling wordt de schakelcyclus ingesteld door de installateur; bij mechanische thermostaten door het anticipatie-element in te stellen, en bij digitale regelingen door de juiste setpoints te kiezen. Bij een adaptieve kamerthermostaat doet de installateur dat ook, maar past de regeling deze instellingen zelf aan, zodat het resultaat na een paar dagen verbetert. (Bron: CV Tuning)
Bij adaptieve regeling wordt geen opwarmtoeslag in rekening gebracht. Indien zones zijn opgegeven, wordt voor de bedrijfswijze 'Nachtverlaging' aan gehouden en voor de regeling 'Regeling per vertrek'.

 

isso.gif

WV

ISSO Publicatie 51 (2017) paragraaf 4.8

Toeslag voor bedrijfsbeperking

ISSO-digitaal

ISSO Publicatie 51 (2012) paragraaf 4.4

In rekening te brengen toeslag voor bedrijfsbeperking Φo

ISSO-digitaal

warning1.png

GS

 

Adaptieve regeling wordt niet gebruikt voor Gebouwsimulatie. Als de regeling op adaptief gezet wordt, dan wordt de regeling per ruimte gebruikt.