[keuze] WV KL
GS EPG
Deze keuze bevat
vooringestelde glasgegevens, zoals Ug, g-waarde, absorptie,
doorlating, LTA en reflectie, van de veel voorkomende beglazing. Mocht je in het
bezit zijn van glasgegevens, dan kun je eigen waarden invoeren. Let er wel op
dat je geen percentages maar factoren in Vabi Elements plaatst.
Type |
Ug |
g-waarde |
Doorlating (D) energie |
Absorptie (ABS) energie |
Reflectie (R) energie |
Doorlating (D)LTA (tv) |
Reflectie (R) (ρv) |
Absorptie (ABS) Licht |
Enkelglas |
5,37 |
0,81 |
0,77 |
0,12 |
0,11 |
0,89 |
0,08 |
0,03 |
Voorzetraam |
2,80 |
0,70 |
0,62 |
0,23 |
0,15 |
0,80 |
0,14 |
0,06 |
Dubbelglas |
3,20 |
0,70 |
0,62 |
0,23 |
0,15 |
0,80 |
0,14 |
0,06 |
HR glas |
2,00 |
0,66 |
0,57 |
0,25 |
0,18 |
0,80 |
0,12 |
0,08 |
HR+ glas |
1,52 |
0,62 |
0,53 |
0,26 |
0,20 |
0,80 |
0,12 |
0,08 |
HR++ glas |
1,10 |
0,58 |
0,47 |
0,30 |
0,23 |
0,80 |
0,12 |
0,08 |
Driedubbel glas |
0,80 |
0,50 |
0,47 |
0,34 |
0,19 |
0,64 |
0,19 |
0,17 |
Eigen waard |
|
|
|
|
Automatisch bepaald |
|
|
Automatisch bepaald |
Tabel 5: Voorgedefinieerde glastypen
ISSO Publicatie 32 (2011) bijlage D Uitgangspunten temperatuursimulatieberekeningen, fysische materiaalgegevens
| |
NEN 1068:2012 Bijlage E Warmtedoorgangscoëfficiënt van beglazing, zonder meerekening van randeffecten
| |
Saint-Gobain Glass Calumen® II
| |
AGC (voormalig Glaverbel) Client Applications, Glass Configurator II |
[W/m².K] WV KL
GS EPG
De
Ug-waarde is de warmtedoorgangscoëfficiënt van het glas. Dit is de doorgang van de warmte in Watt, per tijdseenheid en per m²
bij een temperatuurverschil binnen en buiten van een graad Kelvin. Deze
thermische eigenschap dient conform NEN-EN 673:2011, loodrecht op het vlak,
gemeten te worden. Goed geïsoleerd glas heeft een zo laag
mogelijke U-waarde.
[factor] KL GS EPG
De g-waarde
[ggl;n; g-factor, solar gain], is de zontoetredingsfactor en geeft de
verhouding tussen de binnenkomende en de opvallende zonnestraling. Dit is een
productgegeven van een glassysteem en een maat voor de totale hoeveelheid
zonne-energie die door het glassysteem wordt doorgelaten in de vorm van
kortgolvige straling, langgolvige straling en convectieve overdracht. De waarde
ligt tussen 0 en 1. Hoe hoger de g-waarde, des te meer warmte binnenkomt. Deze
glaseigenschap dient conform NEN-EN 410:2011 gemeten te worden, en is de
zontoetreding bij loodrechte inval.
|
Let er op dat de ZTA (Zontoetredingsfactor A) in veel gevallen een ander gegeven is dan de g-waarde van glas. De ZTA werd in Nederland gebruikt om aan te geven hoeveel zonnestraling er door het glas binnen kan komen. Internationaal gezien gebruikt men geen ZTA, maar de g-waarde van glas. 1. ZTA, deze waarde geldt onder een invalshoek van 45°. 2. ggl;n, Deze waarde geldt onder een invalshoek van 90°, dus loodrecht op het glas. Deze waarde wordt door de Europese norm EN 410 voorgeschreven.
De ggl;n is altijd hoger dan de ZTA, omdat de zontoetreding loodrecht op het glas minder reflectie geeft. Vabi Elements Gebouwsimulatie corrigeert de waarden voor het hele jaar met de werkelijke zonnestanden en de bijbehorende reflectie.
Ook de nieuwe Nederlandse rekennormen vragen niet meer naar de ZTA, maar naar de g-waarde (ggl;n). Hiermee is de invoer van de glasgegevens meer in overeenstemming met internationale normen en methodieken, en kunnen de glasgegevens van de fabrikanten beter ingevoerd worden. Bijvoorbeeld: De EPG volgens NEN 7120 rekent de g-waarde waarde om naar de ggl, ofwel de ZTA, volgens formule NEN 7120 paragraaf 11.7.2: waarin en waarin ggl naar beneden wordt afgerond op een veelvoud van 0,05. Daarom komt in de EPG de ZTA 0,05-0,10 lager uit dan de opgegeven g-waarde.
|
|
Buitenlandse benamingen zijn: solar radiant heat total transmission (eng), gesamt-energie-durchlassigkeit (du), facteur solaire (fr). Ook wordt Solar Heat Gain Coefficient (SHGC, op de soortelijke massa van de lucht gelijk aan g-waarde) gebruikt. Deze waarde heeft SC (Shading Coëfficiënt) vervangen, om deze om te zetten kan de volgende formule worden gebruikt: |
[factor] KL GS
Dit is de directe energietransmissie
[αe, TE%] en geeft het percentage
energie aan dat door het glas wordt doorgelaten. Dit is het gedeelte van de
direct doorgelaten zonne-energie, anders gezegd de doorgelaten zonnestraling ten
opzichte van de totale opvallende zonnestraling. Hoe hoger de τe -waarde, des te meer licht
doorgelaten wordt. Deze glaseigenschap dient conform NEN-EN 410:2011 gemeten te
worden.
|
Wanneer de doorlating [τe] niet
bekend is, maar de absorptie [αe] en
energiereflectie [ρe] wel, dan
kan de waarde van de doorlating worden afgeleid uit de volgende formule:
|
[factor] KL GS
Energieabsorptie [αe, AE1%+AE2%] is
het gedeelte van de door het glas geabsorbeerde zonne-energie. Deze
glaseigenschap dient conform NEN-EN 410:2011 gemeten te worden. Hoe hoger de
absorptie, des te meer energie er opgenomen wordt.
Wanneer de absorptie [αe] niet bekend is, maar de
doorlating [τe] en
energiereflectie [ρe] wel, dan
kan de waarde van de absorptie worden afgeleid uit de volgende formule:
|
[factor] KL GS
Energiereflectie
is het percentage energie dat door
het glas wordt gereflecteerd. Hoe hoger de reflectie, des te meer energie
gereflecteerd wordt.
[factor] KL GS
Dit is de
lichttoetredingsfactor [τv, TL%] ofwel
lichttransmissie en geeft de verhouding tussen de binnenkomende en de opvallende
zichtbare zonnestraling bij een loodrechte invalshoek. Deze coëfficiënt wordt
gebruikt om het licht in het vertrek te bepalen en wordt gebruikt om de
verlichting te schakelen. Hoe hoger de LTA-waarde, des te meer zichtbaar licht
en warmte binnenkomt. Deze glaseigenschap dient conform NEN-EN 410:2011 gemeten
te worden.
[factor] KL GS
De
zichtbare reflectie [ρv, RLe%], ofwel
lichtreflectie geeft het percentage zichtbaar licht aan dat door het glas wordt
gereflecteerd. Hoe hoger de reflectie, des te meer licht gereflecteerd wordt.
Deze glaseigenschap dient conform NEN-EN 410:2011 gemeten te worden.
Let er op dat de lichtreflectie [ρv] een ander gegeven is dan de energiereflectie [ρe] van glas. |
Lichtabsoptie is het gedeelte van het door het glas geabsorbeerde licht. Hoe hoger de absorptie, des te meer licht er opgenomen wordt.