Berekening qv;10 volgens ISSO 53 2012

De qv;10-waarde moet worden opgegeven in dm³/(s.m² Ag) en wanneer het gebouw voldoet aan de nieuwbouweisen van het Bouwbesluit ligt deze waarde tussen 0,2 en 1,0 dm³/(s.m² Ag) volgens tabel 4.3 ISSO 53. De infiltratie wordt nu bepaald aan de hand van de qv;10-waarde en de hoogte van het gebouw. De hoogte van het gebouw wordt bepaald aan de hand van de opgegeven bouwlagen en is de hoogte maaiveld tot aan de vloer van de hoogste bouwlaag, dus niet het dak van het gebouw. Wil men van deze door het programma zelf bepaalde waarde afwijken, dan kan deze hoogte worden opgegeven bij de zone. Daar kan ook per zone van de bij de gebouwgegevens opgegeven qv;10-waarde worden afgeweken (door het invullen van een andere waarde dan “0”).

Wanneer het gebouw niet voldoet aan de nieuwbouweisen van het Bouwbesluit dan hoeft de qv;10-waarde niet te worden ingevuld. Er moet wel worden opgegeven of het gebouw te openen ramen heeft en afhankelijk van deze keuze bepaalt het programma voor ISSO 53 2010 de infiltratie aan de hand van tabel 4.4 ISSO 53. Deze waarden liggen vrij hoog dus controle van de berekende infiltratie is hierbij wel noodzakelijk. 

§ Een richtwaarde voor het bepalen van de qv;10-waarde is 200 dm³/s per 3000 m³ inhoud bij een zeer goede dubbele naad- en kierdichting voor kantoren.