Situationeel kan het gebruik van aggregaties verschillen. Gebruikers die hun portefeuille in één gemeente hebben staan, zullen geen behoefte hebben aan dit aggregatieniveau omdat het geen toegevoegde waarde biedt. Gebruikers die werken vanuit verschillende vestigingen zullen deze aggregatie graag gebruiken maar dit is niet van waarde voor een organisatie die werkt vanuit één locatie. Het model is met een groot aantal standaard aggregatieniveaus uitgerust die naar behoefte wel of niet worden gebruikt. Als gebruiker kunt u dit zelf bepalen.
Dit doet u door op het hamburgericoon te klikken rechts bovenin het scherm van de selectieboom. Dat wordt zichtbaar als voor de selectieboom als selectiemethode is gekozen (zie figuur 6.8)
figuur 6.8 selectieboom ‘aan’; klik
op het ‘hamburger’-menu
Als u op het icoon heeft geklikt opent zich een klein scherm met daarin een pop-up menu. Als u deze pop-up opent, worden alle aggregaties zichtbaar die standaard in het model aanwezig zijn of naderhand zijn aangemaakt; de zogenaamde ‘eigen’ aggregaties (zie voor het aanmaken en werken met eigen aggregaties 3.02.2 Eigen aggregaties en logicafilters). In het verschenen menu kunt u per aggregatie kiezen of het wel of niet gebruikt wordt in de database door voor de naam het vinkje wel of niet te plaatsen (zie figuur 6.9)
figuur 6.9 wel of niet aanvinken c.q.
gebruiken van aggregaties
Kiest u er voor het vinkje weg te laten dan is het niet mogelijk deze aggregatie te gebruiken en zullen ook niet zichtbaar zijn. De aangevinkte aggregaties vind u terug in het volgorde-pad of kunnen hierin worden opgenomen zoals beschreven onder 6.04.1 Wijzigen, verwijderen of toevoegen van aggregaties in de selectieboom.