5.03.2 Sjablooncode toevoegen

Om een sjablooncode toe te voegen drukt u in het rechterscherm op <Toevoegen> (zie figuur 5.7). Er zal een lege regel aangemaakt worden, waar u voor elk gegevenstype meerdere velden in dient te vullen.


figuur 5.7 Lijst ‘sjablooncodes’ in de control ‘Woningcartotheek’

 

Indien Gegeventype = Tekst of Ja/Nee:

      Code; een unieke code voor het item. Een code begint altijd met ‘V_VAR_’ en bestaat uit tekst (in hoofdletters) en evt. cijfers, gescheiden door onderstreepjes (underscores). De code mag geen spaties bevatten.

      Omschrijving; beschrijving van de code

      Vorm; welke vorm heeft de code in de presentatie?

Tekst; als de gegevens weergegeven moeten worden als tekst of getal.

Staafdiagram; als de gegevens weergegeven moeten worden als staafdiagram.

Cirkeldiagram; als de gegevens weergegeven moeten worden als cirkeldiagram.

      Opmaak; hoe moet het gegeven weergegeven worden in de presentatie?

Bij tekst:

§ Lijst; een lijst van gegevens, gescheiden door komma’s

§ Lijst (%); een lijst van gegevens met daarachter tussen haakjes het percentage van de woningen waarop het gegeven betrekking heeft.

§ Lijst (X); een lijst van gegevens met daarachter tussen haakjes het aantal woningen waarop het gegeven betrekking heeft

Bij staafdiagram:

§ Aantal per unieke waarde; een staafdiagram waarin met de staven het aantal woningen weergeven wordt met dezelfde, unieke waarde.

§ Percentage per unieke waarde; een staafdiagram waarin met de staven het percentage woningen weergeven wordt met dezelfde, unieke waarde.

Bij cirkeldiagram:

§ Percentage per unieke waarde; een cirkeldiagram met verdeling van het percentage woningen met dezelfde, unieke waarde.

§

Indien Gegeventype = Getal:

      Code; een unieke code voor het item. Een code begint altijd met ‘V_VAR_’ en bestaat uit tekst (in hoofdletters) en evt. cijfers, gescheiden door onderstreepjes (underscores). De code mag geen spaties bevatten.

      Omschrijving; beschrijving van de code

      Vorm; welke vorm heeft de code in de presentatie?

Tekst; als de gegevens weergegeven moeten worden als tekst of getal.

Staafdiagram; als de gegevens weergegeven moeten worden als staafdiagram.

Cirkeldiagram; als de gegevens weergegeven moeten worden als cirkeldiagram.

      Opmaak; hoe moet het gegeven weergegeven worden in de presentatie?

Bij tekst:

§ Lijst; een lijst van gegevens, gescheiden door komma’s

§ Lijst (%); een lijst van gegevens met daarachter tussen haakjes het percentage van de woningen waarop het gegeven betrekking heeft.

§ Lijst (X); een lijst van gegevens met daarachter tussen haakjes het aantal woningen waarop het gegeven betrekking heeft

§ Gemiddelde; de gemiddelde waarde van de gegevens

§ Totaal; de totale (opgetelde) waarde van de gegevens

§ Minimum; de minimale waarde van de gegevens

§ Maximum; de maximale waarde van de gegevens

Bij staafdiagram:

§ Minimum, gemiddelde en maximum; een staafdiagram met 3 staven: de minimale waarde, de gemiddelde waarde en de maximale waarde

§ Kolom per bandbreedte; een staafdiagram met zelf op te geven minimale waarde, maximale waarde en stappen tussen deze waarden

Bij cirkeldiagram:

§ Percentage per unieke waarde; een cirkeldiagram met verdeling van het percentage woningen met dezelfde, unieke waarde.

§ Percentage per bandbreedte; een cirkeldiagram met verdeling van zelf op te geven minimale waarde, maximale waarde en stappen tussen deze waarden.

      Min; de minimale waarde voor weergave in een diagram (alleen bij diagrammen en opmaak per bandbreedte).

      Max; de maximale waarde voor weergave in een diagram (alleen bij diagrammen en opmaak per bandbreedte).

      Stap; de stapgrootte tussen minimale en maximale waarde voor weergave in een diagram (alleen bij diagrammen en opmaak per bandbreedte).

 

Beschrijving: Idee 110.jpg

Voorbeeld bij figuur 5.5: Voor het gegeven ‘Netto huur’ is het type ingesteld op ‘Getal’. Voor dit gegeven zijn 6 sjablooncodes aangemaakt:

      Minimale netto huur; Bij gebruik in een presentatie zal de minimale netto huur binnen de voorraad weergegeven worden.

      Gemiddelde netto huur; Bij gebruik in een presentatie zal de gemiddelde netto huur van de voorraad weergegeven worden.

      Maximale netto huur; Bij gebruik in een presentatie zal de maximale netto huur binnen de voorraad weergegeven worden.

      Staafdiagram netto huur (min-gem-max); Bij gebruik in een presentatie zal een staafdiagram met de minimale, de gemiddelde en de maximale netto huur van de voorraad weergegeven worden.

      Staafdiagram netto huur (eigen bandbreedte); Bij gebruik in een presentatie zal een staafdiagram met 7 staven weergegeven worden. Elke staaf vertegenwoordigd het aantal woningen binnen de woningvoorraad met een netto huur van respectievelijk ‘< 200’, ‘200-300’, ‘300-400’, ‘400-500’, ‘500-600’, ‘600-700’ en ‘> 700’.

      Cirkeldiagram netto huur (laag-midden-hoog); Bij gebruik in een presentatie zal een cirkeldiagram weergegeven worden met daarin het percentage woningen met een netto huur van respectievelijk ‘< 350’, ‘350-500’ en , ‘> 500’.

 


figuur 5.8 Voorbeeld ‘Netto huur’ in de control ‘Woningcartotheek’